Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 april 2021
Raad van de Europese Unie tegen Kurdistan Workers' Party (PKK)
Hogere voorziening – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Strijd tegen het terrorisme – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten – Bevriezing van tegoeden – Gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB – Artikel 1, leden 3, 4 en 6 – Verordening (EG) nr. 2580/2001 – Artikel 2, lid 3 – Handhaving van een organisatie op de lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden – Voorwaarden – Beslissing van een bevoegde instantie – Voortbestaan van het gevaar van betrokkenheid bij terroristische activiteiten – Feitelijke basis van beslissingen tot bevriezing van tegoeden – Evaluatiebeslissing inzake de nationale beslissing die de aanvankelijke plaatsing rechtvaardigde – Motiveringsplicht
Zaak C-46/19 P
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2021:316 |
|
|
|