Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2020
La Quadrature du Net e.a. tegen Premier ministre e.a.
Verzoeken van de Conseil d'État (Frankrijk) en het Grondwettelijk Hof (België) om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Verwerking van persoonsgegevens in de sector elektronische communicatie – Aanbieders van elektronischecommunicatiediensten – Aanbieders van opslagdiensten en aanbieders van toegang tot het internet – Algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeers‑ en locatiegegevens – Geautomatiseerde analyse van de gegevens – Toegang in real time tot de gegevens – Bescherming van de nationale veiligheid en bestrijding van terrorisme – Bestrijding van criminaliteit – Richtlijn 2002/58/EG – Werkingssfeer – Artikel 1, lid 3, en artikel 3 – Vertrouwelijk karakter van elektronische communicatie – Bescherming – Artikel 5 en artikel 15, lid 1 – Richtlijn 2000/31/EG – Werkingssfeer – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikelen 4, 6 tot en met 8 en 11 en artikel 52, lid 1 – Artikel 4, lid 2, VEU
Gevoegde zaken C-511/18, C-512/18 en C-520/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:6 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:791 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
ECLI:FR:CEASS:2021:393099.20210421 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
ECLI:FR:CEASS:2021:393099.20210421 |
|
|
|