Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 november 2019
A. K. tegen Krajowa Rada Sądownictwa en CP en DO tegen Sąd Najwyższy
Verzoeken van de Sąd Najwyższy om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2000/78/EG – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Non-discriminatie op basis van leeftijd – Verlaging van de pensioenleeftijd van de rechters van de Sąd Najwyższy – Artikel 9, lid 1 – Recht van beroep – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Beginsel van onafhankelijkheid van de rechters – Vorming van een nieuwe kamer van de Sąd Najwyższy die met name bevoegd is voor zaken met betrekking tot de pensionering van rechters van deze rechterlijke instantie – Kamer samengesteld uit rechters die nieuw zijn benoemd door de president van de Republiek Polen op voorstel van de nationale raad voor de rechtspraak – Onafhankelijkheid van deze raad – Bevoegdheid om nationale wet- en regelgeving die niet in overeenstemming is met het Unierecht buiten toepassing te laten – Voorrang van het Unierecht
Gevoegde zaken C-585/18, C-624/18 en C-625/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2019:551 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2019:982 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
|
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
|
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
|
|
|
|