Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 maart 2021
A.B. e.a. tegen Krajowa Rada Sądownictwa
Verzoek van de Naczelny Sąd Administracyjny om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Artikel 2 en artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU – Rechtsstaat – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Beginsel van onafhankelijkheid van de rechters – Procedure voor de benoeming van rechters bij de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen) – Benoeming door de president van de Republiek Polen op basis van een besluit van de nationale raad voor de rechtspraak – Gebrek aan onafhankelijkheid van deze raad – Ondoeltreffendheid van het beroep in rechte dat tegen een dergelijk besluit openstaat – Arrest van de Trybunał Konstytucyjny (grondwettelijk hof, Polen) waarbij de bepaling waarop de bevoegdheid van de verwijzende rechter berust, is ingetrokken – Vaststelling van een wettelijke regeling waarbij wordt bepaald dat zaken die aanhangig zijn van rechtswege zonder beslissing worden afgedaan en dat ieder beroep in rechte in deze zaken in de toekomst is uitgesloten – Artikel 267 VWEU – Mogelijkheid en/of verplichting voor de nationale rechterlijke instanties om een prejudicieel verzoek in te dienen en te handhaven – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Voorrang van het Unierecht – Bevoegdheid om nationale bepalingen die strijdig zijn met het Unierecht buiten toepassing te laten
Zaak C-824/18
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:1053 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2021:153 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
|
|
|
|