Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 juni 2015
Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank tegen E. Fischer-Lintjens
Verzoek van de Centrale Raad van Beroep om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Sociale zekerheid van migrerende werknemers – Verordening (EEG) nr. 1408/71 – Artikel 27 – Bijlage VI, rubriek R, punt 1, onder a) en b) – Begrip ‚pensioenen of renten, verschuldigd krachtens de wettelijke regelingen van twee of meer lidstaten’ – Verstrekkingen – Toekenning met terugwerkende kracht van een pensioen krachtens de wettelijke regeling van de woonlidstaat – Recht op zorgverstrekkingen afhankelijk van de voorwaarde dat een verplichte zorgverzekering is afgesloten – Verklaring van niet-verzekering krachtens de wettelijke regeling inzake de verplichte zorgverzekering van de woonlidstaat – Ontbreken, als gevolg daarvan, van de verplichting tot betaling van bijdragen in die lidstaat – Intrekking met terugwerkende kracht van die verklaring – Onmogelijkheid om met terugwerkende kracht een verplichte zorgverzekering af te sluiten – Onderbreking van de dekking van het risico van ziekte door een dergelijke verzekering – Nuttig effect van verordening nr. 1408/71
Zaak C-543/13
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Arrest
ECLI:EU:C:2015:359 |
|
|
Conclusie
ECLI:EU:C:2015:96 |
|
|