Afdeling Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ nr. 42/2000

6 juni 2000

Arrest van het Hof in zaak C-35/98

Staatssecretaris van Financiën en B. G. M. Verkooijen

VRIJSTELLING VAN NATIONALE INKOMSTENBELASTING VOOR NATUURLIJKE PERSONEN DIE DIVIDEND ONTVANGEN, GELDT NIET ENKEL VOOR DIVIDENDEN DIE WORDEN UITGEKEERD DOOR IN DIE LIDSTAAT GEVESTIGDE ONDERNEMINGEN


Verkooijen woont in Nederland en is aldaar in loondienst werkzaam bij een vennootschap, waarvan de aandelen middellijk worden gehouden door de Belgische onderneming Petrofina NV. In het kader van een werknemersspaarplan heeft hij aandelen in deze vennootschap verworven.

De Nederlandse wettelijke regeling betreffende dividendbelasting kent een vrijstelling tot een bepaald bedrag voor de belasting over dividenden en opbrengsten van aandelen: de dividenden worden namelijk tot een bepaald bedrag vrijgesteld van inkomstenbelasting voor personen waarop die belasting van toepassing is (en kan voor gehuwden 2 000 NLG bedragen), mits de dividenden worden uitgekeerd door in Nederland gevestigde vennootschappen die uit dien hoofde reeds aan een dividendbelasting onderworpen zijn.

De Hoge Raad der Nederlanden, waarbij het geding tussen Verkooijen en de belastingdienst in laatste instantie dient, vraagt het Hof, of de Nederlandse wettelijke regeling verenigbaar is met het gemeenschapsrecht: is de verlening van een vrijstelling van de heffing van inkomstenbelasting ter zake van aan natuurlijke personen uitgekeerde dividenden, mits deze dividenden worden uitgekeerd door in de lidstaat van belastingheffing gevestigde vennootschappen, in strijd met het beginsel van het vrij verkeer van kapitaal?

Het Hof merkt om te beginnen op, dat volgens het gemeenschapsrecht nationale fiscale bepalingen die leiden tot bepaalde onderscheidingen, onder meer op grond van de woonplaats van de belastingplichtigen, kunnen worden toegepast wanneer zij van toepassing zijn op situaties die niet objectief vergelijkbaar zijn of wanneer zij kunnen worden gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang. De samenhang van het vigerende belastingstelsel is een van deze dwingende redenen van algemeen belang.

Naar het oordeel van het Hof mogen deze verschillen in behandeling geen middel tot willekeurige discriminatie vormen, noch een verkapte beperking van het vrije kapitaalverkeer en betalingsverkeer.

In die omstandigheden onderzoekt het Hof, of het betrokken verschil in fiscale behandeling al dan niet gerechtvaardigd is.

De bevordering van de economie van het land, dat de regering van het Verenigd Koninkrijk als rechtvaardigingsgrond heeft aangevoerd (vrijstelling uitsluitend voor dividenden die door in Nederland gevestigde ondernemingen worden uitgekeerd, onder meer ter verbetering van de eigen-vermogenspositie van de nationale ondernemingen), heeft het Hof niet als zodanig aanvaard: het wijst er namelijk op, dat een zuiver economische doelstelling geen dwingende reden van algemeen belang kan vormen waardoor een belemmering van een door het gemeenschapsrecht gewaarborgde fundamentele vrijheid gerechtvaardigd kan zijn.

De noodzaak om de samenhang van het (Nederlandse) belastingstelsel te behouden, heeft het Hof niet als argument aanvaard: er bestaat namelijk geen rechtstreeks verband tussen de vrijstelling van dividenden van de heffing van inkomstenbelasting bij in Nederland wonende aandeelhouders en de belastingheffing op de winst van in andere lidstaten gevestigde vennootschappen. Het gaat om twee afzonderlijke belastingen met verschillende belastingplichtigen.

Ten slotte kan vermindering van de belastinginkomsten volgens het Hof niet worden aangevoerd als een dwingende reden van algemeen belang ter rechtvaardiging van een met het vrij verkeer van kapitaal strijdige maatregel.

Het Hof verklaart, dat het geen verschil maakt, of de betrokken dividenden worden ontvangen in het kader van een werknemersspaarplan.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in: FR - EN - DE - NL

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int. heden vanaf ongeveer 15.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot J.-M. Rachet, tel (352) 4303 3205 fax (352) 4303 2034.