Een vaste rechtspraak toepassend, houdt het Hof geen rekening met de zuiver interne moeilijkheden die door een lidstaat als rechtvaardiging zijn aangevoerd voor het niet-implementeren van een richtlijn
Een communautaire richtlijn uit 1991 bepaalt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in grote agglomeraties systemen voor de opvang en behandeling van afvalwater (huishoudelijk en industrieel afvalwater, alsook afvloeiend hemelwater) aanwezig zijn.
Een wet van 8 augustus 1980 heeft in België de zuivering van het afvalwater geregionaliseerd; sindsdien behoort die aangelegenheid tot de bevoegdheid van de gewesten.
Zoals voorgeschreven door de richtlijn, deelden de Belgische autoriteiten in 1996 het zuiveringsprogramma van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de Commissie mee, waarbij zij om budgettaire redenen om een langere termijn voor de omzetting van de richtlijn verzochten.
De Commissie verzoekt het Hof, België te veroordelen wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen. Volgens haar moesten de Belgische autoriteiten, die het bekken van de Zenne (de rivier waarin het afvalwater van de Brusselse agglomeratie wordt geloosd) als een kwetsbaar gebied hebben aangewezen, ervoor zorgen, dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uiterlijk op 31 december 1998 voorzien was van een opvangs- en behandelingssysteem voor stedelijk afvalwater.
België erkent, dat de richtlijn niet is omgezet, doch beroept zich op moeilijkheden tengevolge van de staatshervorming die de laatste 30 jaar heeft plaatsgevonden teneinde de nationale eenheid in stand te houden. Die omstandigheden leveren haars inziens overmacht op, daar het ongewone moeilijkheden zijn, die buiten de wil van het Koninkrijk België om optreden.
Het Hof verwijst naar vaste rechtspraak, volgens welke interne moeilijkheden die het gevolg zijn van de politieke en administratieve organisatie van de betrokken lidstaat, waaronder moeilijkheden als gevolg van zijn federale structuur, niet de niet-nakoming van door het gemeenschapsrecht voorgeschreven verplichtingen kunnen rechtvaardigen.
Volgens het Hof moeten de lidstaten zich aan de oorspronkelijk gestelde termijnen houden en kunnen zij niet eisen dat de Commissie met het instellen van een beroep wegens niet-nakoming wacht omdat om verlenging van de omzettingstermijn is gevraagd.
Het Hof is dan ook van oordeel dat België zijn verplichtingen niet is nagekomen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in het Frans en het Nederlands
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int. heden vanaf ongeveer 15.00 uur
Voor nadere informatie wende men zich tot J.-M. Rachet, tel. (0 03 52) 43 03 - 32 05 fax (0 03 52) 43 03 - 20 34.