De Commissie heeft niet het bewijs geleverd van het bestaan van een overeenkomst tussen Bayer en haar Spaanse en Franse groothandelaren. De geldboete van 3 miljoen ecu wordt nietigverklaard. De voortzetting van de handelsbetrekkingen tussen een producent die eenzijdig zijn distributiebeleid wijzigt en zijn groothandelaren, die duidelijk tegen dit nieuwe beleid gekant zijn, kan niet worden beschouwd als een instemming van de groothandelaren met dit beleid, en vormt dus op zich niet het bewijs van het bestaan van een door het communautaire mededingingsrecht verboden overeenkomst.
Het Bayerconcern is een van de belangrijkste scheikundige en farmaceutische concerns van Europa, met dochterondernemingen in alle lidstaten. De groep produceert en verkoopt onder de merknamen "Adalat" of "Adalate" een gamma geneesmiddelen voor de behandeling van hart- en vaataandoeningen.
De geneesmiddelenprijzen worden in de meeste lidstaten, direct of indirect, door de bevoegde nationale instanties vastgesteld. Van 1989 tot 1993 waren de prijzen van Adalat in Frankrijk en Spanje aanzienlijk lager dan die in het Verenigd Koninkrijk. Deze prijsverschillen van ongeveer 40% hebben de Spaanse groothandelaren (vanaf 1989) en later ook de Franse groothandelaren (vanaf 1991) ertoe gebracht grote hoeveelheden van dit geneesmiddel naar het Verenigd Koninkrijk uit te voeren.
Deze parallelimporten brachten voor de Britse dochteronderneming van Bayer een omzetverlies van 230 miljoen DM mee.
Daarop heeft het Bayerconcern zijn leveringsbeleid gewijzigd, en besloten de bestellingen van de Spaanse en de Franse groothandelaren nog slechts uit te voeren voorzover zij overeenkwamen met hun traditionele behoeften.
Op 10 januari 1996 heeft de Commissie, na klachten van de betrokken groothandelaren, een beschikking vastgesteld, waarbij zij Bayer heeft gevraagd haar als strijdig met het communautaire mededingingsrecht beschouwde handelwijze aan te passen, en haar een geldboete van 3 miljoen ecu heeft opgelegd.
Bayer heeft beroep tot nietigverklaring van deze beschikking ingesteld, welk beroep vandaag door het Gerecht wordt toegewezen.
Het Gerecht is namelijk van oordeel, dat de Commissie niet heeft bewezen dat er tussen Bayer en haar Spaanse en Franse groothandelaren een overeenkomst bestond inzake de beperking van de parallelexporten van Adalat naar het Verenigd Koninkrijk.
Volgens het Gerecht zijn noch de handelwijze van het Bayerconcern, noch de houding van de groothandelaren als elementen van een overeenkomst tussen ondernemingen te beschouwen. Geen van de door de Commissie overgelegde documenten bevat aanwijzingen waaruit valt af te leiden dat het de bedoeling van Bayer was de export door de groothandelaren te verbieden, of dat de producent heeft gepoogd hun instemming te verkrijgen met het nieuwe leveringsbeleid dat gericht was op een beperking van de parallelexporten. Evenmin heeft de Commissie aangetoond, dat de groothandelaren zich bij dat beleid hebben aangesloten, integendeel, uit hun reactie blijkt dat zij tegen die maatregelen gekant waren.
De Commissie heeft dus niet bewezen, dat de groothandelaren uitdrukkelijk of stilzwijgend met de nieuwe handelwijze van de producent hebben ingestemd.
Ten slotte verwerpt het Gerecht de zienswijze, dat de Commissie als bewijs van het bestaan van een overeenkomst zou kunnen volstaan met de vaststelling dat de partijen hun handelsbetrekkingen voortzetten, en herinnert het eraan, dat de wilsovereenstemming tussen marktdeelnemers de essentie is van het begrip overeenkomst.
Rappel : Tegen het arrest van het Gerecht staat hogere voorziening open bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De hogere voorziening moet worden ingesteld binnen twee weken vanaf de betekening van het arrest, en kan alleen rechtsvragen betreffen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in alle officiële talen.
De volledige tekst van het arrest is heden vanaf ongeveer 15.00 uur te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int.
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders, tel. (00352) 4303 - 3127 fax (00352) 4303 - 3656.