Afdeling Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ nr. 25/000

JAARVERSLAG 1999 VAN HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN


Het aantal zaken bij het Hof is ook in 1999 gestegen: het Hof deed 395 zaken af, wees 235 arresten en gaf 143 beschikkingen. Ook het aantal nieuwe zaken is weer gestegen (543 in 1999, tegenover 485 in 1998).

In 1999 werden 356 zaken aanhangig gemaakt bij het Gerecht van eerste aanleg, dat 634 zaken afdeed. Het aantal verzoeken in kort geding blijft stijgen (38 in 1999, tegenover 26 in 1998).

Het gerechtelijk jaar stond in het teken van discussie en hervorming. De president van het Hof van Justitie gaf tijdens de Raad van Ministers van Justitie op 21 mei 1999 een uiteenzetting over de discussienota betreffende de toekomst van het communautaire stelsel van rechtspleging. Het Gerecht, dat zijn tiende verjaardag vierde, wees zijn eerste arrest inzake merkenrecht en deed na de wijziging van zijn Reglement voor de procesvoering voor het eerst uitspraak in enkelvoudige kamer.

In die context wordt hierna beknopt de rechtspraak van het Hof en het Gerecht van het voorbije jaar beschreven.

RECHTSPRAAK VAN HET HOF

De oorspronkelijke bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen zijn door opeenvolgende wijzigingen van de oprichtingsverdragen uitgebreid tot zo uiteenlopende aangelegenheden als monetair beleid, cultuur, werkgelegenheid of consumentenbescherming. Het is dan ook niet te verwonderen dat dit zijn weerslag vindt in de aard van de bij het Hof aanhangig gemaakte zaken, zoals blijkt uit het jaarverslag 1999 van de instelling.

Het is onmogelijk uitvoerig alle kwesties te behandelen die in de arresten en beschikkingen van het Hof aan de orde zijn geweest, maar toch kunnen enkele krachtlijnen uit het voorbije jaar worden gesignaleerd.

Verschillende arresten werden gewezen in geschillen betreffende de rechtsgrondslag van de handelingen van de gemeenschapsinstellingen. Hoewel zij zeer technisch lijken, zijn die geschillen essentieel voor het garanderen van het door de verdragen geregelde evenwicht tussen de verschillende instellingen. Het Hof zag er met name op toe, dat het Europees Parlement en de Raad bij hun wetgevend werk op terreinen als de bevordering van de taalverscheidenheid, de bescherming van bossen of de sluiting van internationale overeenkomsten hun respectieve bevoegdheden niet overschreden.

Ook de opbouw van een eengemaakte markt in de Unie stond centraal in talrijke zaken, of het nu ging om de zorg voor het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten of de mogelijkheid dat werknemers en hun gezin zich zonder belemmeringen in een andere staat kunnen vestigen of dat ondernemingen hun goederen of diensten kunnen aanbieden op de verschillende nationale markten.

Zo verfijnde het Hof zijn rechtspraak over de parallelle invoer van geneesmiddelen, waardoor de markt van geneesmiddelen in Europa in zekere mate kan worden eengemaakt (arrest Rhône-Poulenc). Met betrekking tot het vrije verkeer van personen zorgde het Hof er onder meer voor dat een werknemer die in de loop van een jaar van de ene staat naar de andere verhuist, bij de berekening van zijn premie volksverzekeringen geen ongerechtvaardigd nadeel ondervindt (arrest Terhoeve). Het Hof stelde ook strikte beperkingen aan de mogelijkheid dat een lidstaat onderdanen van andere lidstaten voor hun leven uitzet: dergelijke uitzettingen zijn slechts gerechtvaardigd op grond van het persoonlijk gedrag van de betrokkene en van het reële gevaar dat hij oplevert voor de openbare orde van de betrokken staat (arrest Calfa). Verder veroordeelde het Hof talrijke nationale fiscale regelingen die leiden tot een ongerechtvaardigde ongunstige behandeling van personen die banden hebben met verschillende staten (bijvoorbeeld niet-ingezeten werknemers, met name grensgangers, of dochterondernemingen van in een andere staat gevestigde vennootschappen). Ten slotte werd de wetgeving waarmee het Land Tirol (Oostenrijk) het aantal tweede woningen in dat Land wilde beperken, veroordeeld omdat zij restrictiever werd toegepast op buitenlanders dan op Oostenrijkers (zaak Konle).

Het Hof erkende evenwel dat bepaalde belemmeringen van het handelsverkeer tussen de lidstaten kunnen worden gehandhaafd, met name wanneer zij het onvermijdelijke gevolg zijn van het ontbreken van harmonisatie of coördinatie van de nationale wettelijke regelingen. Zo stelde het met betrekking tot de berekening van de ambtenarenpensioenen vast, dat bij gebreke van een communautaire wetgeving het lot van personen die zich binnen de Gemeenschap hadden verplaatst, niet kan worden geregeld (arrest Nijhuis). Het Hof erkende ook, dat de lidstaten een ruime beoordelingsbevoegdheid hebben voor de regeling van kansspelen (loterijen, weddenschappen, enz.) op hun grondgebied, ook als dat het handelsverkeer belemmert (arresten Läärä en Zenatti).

Behalve in de opbouw van een eengemaakte markt voorziet het Verdrag ook in regels voor het garanderen van de vrije mededinging tussen de ondernemingen in Europa. Overeenkomsten tussen ondernemingen die de mededinging beperken, zijn dus in beginsel verboden. In drie belangrijke arresten besliste het Hof, dat dit verbod in beginsel niet van toepassing is op sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten tussen vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. De sociale bepalingen van het Verdrag staan immers positief tegenover dergelijke overeenkomsten (arresten Albany e.a.).

In 1999 wees het Hof ook een tiental arresten op het zeer technische, maar economisch erg belangrijke gebied van de overheidsopdrachten, vooral in antwoord op vragen van nationale rechters over de uitlegging van de gemeenschapsrichtlijnen. Het Hof heeft er met name op toegezien, dat inschrijvers aan wie een overheidsopdracht niet werd gegund, doeltreffende beroepsmogelijkheden hebben om bij de nationale rechters hun rechten af te dwingen (arrest Alcatel Austria).

Ook het groeiende belang van de intellectuele eigendom (merken, brevetten, enz.) voor de werking van onze economieën vindt zijn weerslag in een zeer sterk stijgend aantal geschillen. Het Hof heeft gepoogd de rechten van de houders van merken, brevetten, enz. - hun uitvindersloon - te waarborgen, maar er tegelijk voor te zorgen dat die rechten niet worden gebruikt om de Europese markt op ongerechtvaardigde wijze te compartimenteren. Zo heeft het Hof bijvoorbeeld bepaald binnen welke perken een garagehouder die is gespecialiseerd in reparatie en onderhoud van BMW's dat merk mag gebruiken in zijn reclame (arrest BMW).

Ten slotte bleef het Hof samenwerken met de nationale rechters om hen te helpen het in het Verdrag neergelegde beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen te doen eerbiedigen. Het besliste met name, dat mannelijke werknemers bij de geboorte van een kind geen aanspraak kunnen maken op een aan vrouwelijke werknemers betaalde toelage, omdat die toelage in feite een compensatie vormt voor de nadelen die voor vrouwen voortvloeien uit het zwangerschapsverlof (arrest Abdoulaye).

RECHTSPRAAK VAN HET GERECHT

De bevoegdheid van het Gerecht, die aanvankelijk beperkt was tot geschillen inzake mededinging, gemeenschapsambtenaren en schadevergoeding, is geleidelijk uitgebreid en omvat thans alle rechtstreekse beroepen van particulieren. Uit de rechtspraak van het vorige jaar blijkt welke soorten zaken vooral aanhangig worden gemaakt door andere particulieren dan gemeenschapsambtenaren.

De rechtspraak inzake de mededingingsregels voor ondernemingen is verrijkt met arresten op grond van het EGKS-Verdrag. In de elf arresten in de zaken "stalen balken" was het Gerecht van oordeel, dat de Commissie de meeste in de beschikking genoemde mededingingsverstorende handelingen rechtens genoegzaam had bewezen. De gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking wegens onvoldoende bewijzen betreft dus slechts ondergeschikte aspecten van de aangeklaagde inbreuken.

Krachtens de bepalingen van het EG-Verdrag betreffende kartels tussen ondernemingen (artikel 85, thans artikel 81), heeft het Gerecht met name uitspraak gedaan in de elf zaken die aanhangig waren gemaakt door ondernemingen uit de polyvinylchloridesector (arrest Limburgse Vinyl Maatschappij e.a./Commissie). Het Gerecht heeft de beschikking van de Commissie zowel naar vorm als inhoud grotendeels bevestigd. Gewezen moet worden op de grote omvang van de door de verzoeksters ingediende stukken, waarin op meer dan 2000 bladzijden in vijf procestalen nagenoeg 80 verschillende juridische grieven werden aangevoerd.

Op grond van artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82) onderzocht het Gerecht de kwestie van de collectieve machtspositie en beoordeelde het of bepaalde gedragingen inzake prijzen misbruik opleverden (arrest Irish Sugar/Commissie). Verder verklaarde het de beschikking nietig waarbij de Commissie een klacht afwees over het tegen de mededingingsregels van het EG-Verdrag indruisende optreden van Microsoft France en Microsoft Corporation, daar de bestreden beschikking een kennelijke beoordelingsfout bevatte met betrekking tot de gestelde schending van artikel 86 van het Verdrag (arrest Micro Leader Business/Commissie).

Het toezicht op beschikkingen van de Commissie inzake concentraties van ondernemingen is inmiddels goed ontwikkeld. In één van de arresten die in dat verband zijn gewezen, is de werkingssfeer van verordening nr. 4064/89 en de toepassing daarvan op collectieve machtsposities nader omschreven (arrest Gencor/Commissie).

Ook de mededingingsregels voor staten blijven voor overvloedige rechtspraak zorgen. Wat meer bepaald steunmaatregelen betreft, wordt in de arresten die het Gerecht in 1999 heeft gewezen in beroepen tot nietigverklaring nader ingegaan op de ontvankelijkheidsvoorwaarden voor beroepen van ondernemingen, beroepsverenigingen (arrest Arbeitsgemeinschaft Deutscher Luftfahrt-Unternehmen en Hapag-Lloyd/Commission) en deelgebieden van een staat (arresten Regione autonoma Friuli-Venezia Giulia/Commissie en Freistaat Sachsen en Volkswagen/Commissie), de bestanddelen van het begrip steunmaatregel (inzonderheid het arrest BAI/Commissie) en de toepassingsvoorwaarden voor afwijkingen van het steunverbod in het kader van het EGKS-Verdrag (met name arresten Wirtschaftsvereinigung Stahl/Commissie en British Steel/Commission) en het EG-Verdrag (arrest Freistaat Sachsen en Volkswagen/Commissie). Verder was het Gerecht in het arrest TF1/Commissie van oordeel, dat de Commissie ten onrechte geen beschikking had vastgesteld over het deel van verzoeksters klacht dat betrekking had op staatssteun aan de openbare televisieomroepen.

Het ontstaan van geschillen betreffende de voorwaarden waaronder het publiek toegang heeft tot documenten van de Raad en de Commissie is thans bevestigd. Het Gerecht herinnerde aan de regel dat er een algemeen recht op zo ruim mogelijke toegang tot documenten van de instellingen bestaat, en dat de uitzonderingen op die regel strikt moeten worden uitgelegd. Het keurde met name de weigeringen af van de Commissie om toegang te verlenen tot de notulen van het comité douanewetboek (arrest Rothmans International/Commissie) en tot documenten die zij niet uitsluitend met het oog op een welbepaalde gerechtelijke procedure had opgesteld (arrest Interporc/Commissie). Ook verklaarde het een beschikking nietig waarbij de Raad de toegang had geweigerd tot een document op het gebied van de internationale betrekkingen, zonder dat hij had onderzocht, of bepaalde passages daaruit bekend konden worden gemaakt (arrest Hautala/Raad). Het Gerecht aanvaardde daarentegen (arrest Bavarian Lager/Commissie) dat de Commissie de exceptie inzake de bescherming van het openbaar belang aanvoert om toegang te weigeren tot een door haar uitgewerkt ontwerp van met redenen omkleed advies in het kader van artikel 169 EG-Verdrag (thans artikel 226).

Het Gerecht zag ook toe op de juiste toepassing van de antidumpingregeling. De arresten die ter zake in 1999 zijn gewezen, bevestigen de bestreden normatieve handelingen ten gronde. In het arrest Petrotub en Republica/Raad wordt de omvang verduidelijkt van de procedurele rechten van de exporteurs, die worden erkend in basisverordening nr. 384/96.

De zaken betreffende het landbouwbeleid hadden nog steeds betrekking op de gevolgen van de instelling van een gemeenschappelijke marktordening in de bananensector voor verschillende marktdeelnemers. Zij betroffen ook de rechtmatigheid van de intrekking van bijstand van het EOGFL in geval van ernstige schendingen van wezenlijke verplichtingen (arrest Conserve Italia/Commissie) en de verplichting om de in een bericht van inschrijving gestelde voorwaarden na te leven - dienaangaande is de houding van de Commissie, die de aanbestedingsvoorwaarden inzake de in te dienen offerte had gewijzigd, afgekeurd (arrest CAS Succhi di Frutta/Commissie).

Het merkenrecht verscheen op het gerechtelijk toneel. Het eerste beroep tegen een beslissing van een kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt leidde tot een nietigverklaring [arrest Procter & Gamble/BHIM (Baby-dry)]. Dit arrest is het eerste in een lange reeks zaken betreffende intellectuele eigendom.

De rechter in kort geding ten slotte, op wie steeds vaker een beroep wordt gedaan, wees verzoeken om voorlopige maatregelen af in verband met vereisten betreffende de volksgezondheid (beschikkingen Pfizer Animal Health/Raad en Alpharma/Raad), en wees een vordering toe tot opschorting van de tenuitvoerlegging van een besluit van het Parlement dat de oprichting van een fractie verbood (beschikking Martinez en de Gaulle/Parlement).

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in alle officiële talen

Internetpagina: www.curia.eu.int.

Voor nadere informatie wende men zich tot J.-M. Rachet, tel. (352) 4303 3205 fax (352) 4303 2034.