EEN GEMEENTEBELASTING ALLEEN OP SCHOTELANTENNES IS VOLGENS
HET HOF STRIJDIG MET DE VRIJHEID VAN DIENSTVERRICHTING
Het belastingreglement van een Belgische gemeente benadeelde uitzendingen uit andere
lidstaten en deze gemeente kan de belemmering niet rechtvaardigen met een beroep op
doelstellingen van milieubescherming
Dit belastingreglement werd met ingang van 1 januari 1999 opgeheven nadat de Commissie
twijfels had geuit over de verenigbaarheid van deze belasting met het gemeenschapsrecht.
De heer De Coster betwistte de heffing van deze belasting voor het jaar 1998 bij de bevoegde
Belgische instantie (Rechtsprekend college van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Deze
laatste stelde het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de vraag of de belasting
verenigbaar is met het gemeenschapsrecht.
De gemeente beroept zich op motieven in verband met de bescherming van het stedelijk
milieu, namelijk de strijd tegen de ongecontroleerde toename van de antennes op het
grondgebied van de gemeente. De heer De Coster beklaagt zich anderzijds over de belemmering
van de vrije ontvangst van televisieprogramma's uit andere lidstaten en over de ongelijkheid die
zo wordt geschapen tussen kabeltelevisie- en satelliettelevisiemaatschappijen.
Het Hof wijst er in de eerste plaats op, dat ofschoon de directe belastingen niet tot de
bevoegdheidssfeer van de Gemeenschap behoren, de lidstaten niettemin verplicht zijn hun
bevoegdheden in overeenstemming met het gemeenschapsrecht, en met name de vrijheid van
dienstverrichting, uit te oefenen.
De uitzending en de doorzending van televisieprogramma's vallen zeker onder de regels
betreffende de vrijheid van dienstverrichting. Vrijheid van dienstverrichting betekent dan ook
dat elke regeling die de activiteit van de in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichters
sterker hindert of de verrichting van diensten tussen lidstaten moeilijker maakt dan
dienstverrichtingen binnen de lidstaat, moet worden opgeheven.
Het Hof stelt vast dat door de invoering van een dergelijke belasting op de ontvangst van
satelliettelevisie in feite een last drukt die niet op de ontvangst van kabeltelevisie-uitzendingen
drukt. Omdat voorts blijkt dat slechts een beperkt aantal televisiezenders van de andere lidstaten
via de kabel kunnen worden doorgegeven, terwijl de Belgische zenders onbeperkt toegang tot
de kabel krijgen, heeft de belasting volgens het Hof tot gevolg dat de ontvangst van
satellietuitzendingen uit andere lidstaten onaantrekkelijk wordt gemaakt voor de bewoners van
deze gemeente. Ook worden de in andere lidstaten gevestigde satelliettelevisiemaatschappijen
benadeeld ten opzichte van de kabelmaatschappijen in België.
De door de Belgische gemeentelijke overheid aangevoerde doelstelling van milieubescherming
kan volgens het Hof worden bereikt met andere middelen, die de vrijheid van dienstverrichting
minder beperken, zoals voorschriften inzake de grootte of de plaatsingswijze van de antennes.
Hof van Justitie niet bindt. Beschikbare talen: FR, EN, DE, GR, IT, NL.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders |