DE NEDERLANDSE REGELING DIE EEN GEÏNTEGREERD SAMENWERKINGSVERBAND
TUSSEN ADVOCATEN EN ACCOUNTANTS VERBIEDT, IS IN OVEREENSTEMMING MET HET VERDRAG
De Raad van Toezicht van de orde van advocaten wees hun verzoek af op basis
van de door de orde zelf vastgestelde Samenwerkingsverordening 1993 betreffende
de samenwerking van advocaten met andere beroepscategorieën. Volgens deze
verordening mag namelijk wel worden samengewerkt met bepaalde beroepsbeoefenaren
(notarissen, belastingadviseurs en octrooigemachtigden), doch mogen advocaten
geen geïntegreerd samenwerkingsverband met accountants aangaan, zulks teneinde
hun onafhankelijkheid te waarborgen.
De twee advocaten en de betrokken kantoren stelden daarop administratief beroep
in bij de orde van advocaten. Na ongegrondverklaring van dit beroep stelden
zij beroep in bij de bevoegde Nederlandse rechterlijke instantie.
De Raad van State, aangezocht in laatste aanleg, vraagt het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen, of het communautair mededingingsrecht van toepassing
is op de vrije beroepen.
Allereerst is het Hof van oordeel, dat de Nederlandse orde van advocaten,
als regulerende instelling van het advocatenberoep die een verordening vaststelt
die voor al haar leden geldt, als een ondernemersvereniging in de zin
van het communautaire mededingingsrecht moet worden aangemerkt.
Aangezien deze beroepsorganisatie uitsluitend is samengesteld uit advocaten
en zij wettelijk niet verplicht is haar besluiten te nemen in het algemeen
belang, vormt zij volgens het Hofeen ondernemersvereniging wanneer zij een
regeling vaststelt die het aangaan van een samenwerking met andere beroepen
verbiedt.
Dit verbod tot geïntegreerde samenwerking leidt volgens het Hof tot
beperkende gevolgen voor de mededinging op de Nederlandse markt voor juridische
dienstverlening. Het verbod ontneemt cliënten bovendien de mogelijkheid
te profiteren van "gebundelde" diensten, dat wil zeggen een breed
pakket aan diensten dat door één kantoor wordt geboden (one-stop-shop).
Voorts beïnvloedt de Nederlandse regeling het handelsverkeer tussen
lidstaten ongunstig, omdat zij ook van toepassing is op bezoekende advocaten
die in een andere lidstaat zijn ingeschreven, het economisch en het handelsrecht
steeds vaker van toepassing zijn op grensoverschrijdende transacties en, ten
slotte, de accountantskantoren die partners onder advocaten zoeken, meestal
internationale groepen zijn die vestigingen in verschillende lidstaten hebben.
Volgens de in Nederland heersende opvattingen echter, waar de Nederlandse
Orde van Advocaten krachtens de Advocatenwet is belast met het vaststellen van
verordeningen in het belang van de goede uitoefening van het beroep van advocaat,
houden de in dit verband vastgestelde essentiële regels met name de verplichting
in om de cliënt in volledige onafhankelijkheid en in het exclusieve belang
van die cliënt te verdedigen, de verplichting om elk risico van belangenconflicten
te vermijden en de verplichting om een strikt beroepsgeheim in acht te nemen.
Op dit punt kan er een zekere onverenigbaarheid bestaan tussen de adviserende
activiteit van de advocaat en de controlerende activiteit van de accountant.
De accountant, die tot taak heeft financiële resultaten te certificeren,
is in Nederland niet onderworpen aan een beroepsgeheim dat vergelijkbaar is
met dat van de advocaat.
In deze omstandigheden mocht de Nederlandse regeling redelijkerwijs
verbindende regels voorschrijven, ondanks de daaruit voortvloeiende concurrentiebeperkende
gevolgen, want deze zijn noodzakelijk voor de goede uitoefening van het
beroep van advocaat.
Ook al zijn geïntegreerde samenwerkingsverbanden tussen advocaten en
accountants in sommige lidstaten wel toegestaan, dit neemt niet weg dat de Orde
van Advocaten zich op het standpunt mag stellen dat de door de Samenwerkingsverordening nagestreefde
doelstellingen, met name gelet op de rechtsregeling waaraan advocaten en accountants
in Nederland zijn onderworpen, niet kunnen worden bereikt door minder beperkende
maatregelen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina
van het Hof www.curia.eu.int
heden vanaf ongeveer 15.00 uur Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders Beelden van de uitspraak zijn beschikbaar op Europe by Satellite
|