Afdeling Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ N° 58/02

25 juni 2002

Arrest van het Hof van justitie in de zaak C-66/00

Dante Bigi

OM REDENEN VAN CONSUMENTENBESCHERMING EN VAN EERLIJKE MEDEDINGING GELDT VOOR DE IN ITALIË GEFABRICEERDE “NAMAAK” PARMEZAANSE KAAS NIET DE BESCHERMING UIT HOOFDE VAN HET OVERGANGSSTELSEL INZAKE OORSPRONGSBENAMINGEN

De door Bigi in Italië geproduceerde kaas valt niet onder de afwijkende overgangsregeling van de verordening betreffende BOB, die uitsluitend producten betreft uit andere lidstaten dan die welke om registratie van de betrokken BOB heeft verzocht

Bigi, vertegenwoordiger van de onderneming Nuova Castelli SpA, werd naar aanleiding van een klacht van het Consorzio del Parmigiano Reggiano voor de rechtbank van Parma gedaagd wegens het produceren van gedroogde geraspte kaas, gepasteuriseerd en in poedervorm, bereid op basis van een mengsel van verschillende soorten kaas, die niet beantwoordt aan het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Parmigiano Reggiano” (die sinds 1996 geldt) en waarvan verkoop in Italië verboden is. Deze kaas, die uitsluitend bestemd is om buiten Italië te worden verkocht, met name in Frankrijk, is voorzien van een etiket waarop het woord “parmesan” (parmezaan) in het oog springt en waarop duidelijk de werkelijke herkomst is vermeld.

Het communautaire beschermingsstelsel van oorsprongsbenamingen dat is ingesteld bij een verordening van de Raad uit 1992, bepaalt dat vanaf het tijdstip van registratie van een BOB het gebruik van deze benaming voor producten die niet aan het productdossier voldoen, in beginsel verboden is. Het stelsel voorziet tevens in afwijkende overgangsmaatregelen: de lidstaten kunnen het gebruik toestaan van bepaalde geregistreerde benamingen voor niet-conforme producten: het bedrijf dat producten onder dezelfde geregistreerde benaming gedurende vijf jaar voorafgaande aan de datum van registratie wettig op de markt heeft gebracht, mag dit nog blijven doen gedurende vijf extra jaren, indien het etiket duidelijk de werkelijke herkomst van het product vermeldt. Dit heeft tot doel producenten die dergelijke benamingen sinds lange tijd gebruiken, een aanpassingsperiode te geven waardoor zij schade kunnen vermijden, terwijl de consumenten worden beschermd en de eerlijke mededinging wordt gegarandeerd.

De rechtbank van Parma heeft het Hof vragen gesteld over het toepassingsgebied van de afwijkende regeling die voor niet-conforme producten geldt.

Behalve Italië, hebben ook Duitsland, Griekenland, Oostenrijk alsmede Frankrijk en Portugal in deze zaak opmerkingen ingediend.

Om te beginnen heeft het Hof van Justitie, als antwoord op een door Duitsland aangevoerd bezwaar, beklemtoond dat het verre van evident is dat de benaming “parmezaan” een soortnaam is geworden.

Het Hof beoordeelt derhalve of de afwijkende regeling kan worden toegepast op producten die niet voldoen aan de BOB en die afkomstig zijn uit de lidstaat die de registratie van de BOB heeft verkregen.

Het Hof baseert zich op de doelstelligen van de afwijkende regeling en herinnert eraan dat de uitvoering ervan afhangt van de wil van elke lidstaat om gedurende een vastgestelde periode en onder bepaalde voorwaarden de nationale regeling die vóór de communautaire bescherming gold, op zijn grondgebied te handhaven.

Het Hof verklaart dat de afwijkende regeling enkel de BOB betreft die ingevolge de vereenvoudigde procedure zijn verkregen (die veronderstelt dat de producten reeds vóór de communautaire bescherming in de staat wettelijk waren beschermd) en alleen geldt voor producten uit andere staten dan die welke om registratie ervan heeft verzocht.

Wanneer een lidstaat verzoekt om registratie van een BOB, kunnen de producten die niet aan het productdossier voor deze benaming beantwoorden, niet wettig op de nationale markt worden gebracht.

Sterker nog, zij kunnen evenmin in andere lidstaten worden verkocht, omdat dat inbreuk zou maken op de consumentenbescherming en op de eerlijke mededinging.

De loutere vermelding van de werkelijke herkomst van het product dat niet aan de BOB beantwoordt, kan immers in ieder geval de consument misleiden. Het product dat in een andere staat dan die welke om registratie van de BOB heeft verzocht, door een onderneming van de staat van herkomst van het BOB-product in de handel wordt gebracht, zou de schijn hebben van het door de registratie beschermde product, zonder aan de BOB te beantwoorden. Deze vermelding van herkomst kan bovendien ten guste van de fabrikant van het niet-conforme product op een andere markt dan die van het BOB-product een situatie van oneerlijke mededinging creëren ten nadele van andere producenten.

Bijgevolg kan de Heer Bigi geen beroep doen op de afwijkende overgangsregeling.

[PRECISERING:

Met betrekking tot niet-conforme producten die in andere landen dan die van de herkomst van de BOB en binnen de grenzen van de afwijkende regeling zijn vervaardigd (welke in deze zaak niet aan de orde zijn):
-    kan de afwijkende overgangsregeling er niet toe leiden dat die producten in de lidstaat die om registratie ervan heeft verzocht, vrij in de handel kunnen worden gebracht;
-    zij kunnen eventueel in andere staten in de handel worden gebracht, onder het voorbehoud dat zij alle daarmee instemmen en aan alle in de verordening genoemde voorwaarden (inzake etikettering en termijnen) is voldaan.]

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.
Deze persmededeling is beschikbaar in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Grieks, Italiaans, Nederlands en Portugees.

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof
www.curia.eu.int  heden vanaf ongeveer 15.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
tel (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656.