Afdeling Pers en Voorlichting
Deutscher Handballbund e.V. / Maros Kolpak
ADVOCAAT-GENERAAL STIX-HACKL SPREEKT ZICH UIT OVER HET IN DE ASSOCIATIEOVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK NEERGELEGDE VERBOD VAN DISCRIMINATIE
VAN SLOWAAKSE WERKNEMERS
Maros Kolpak, Slowaaks onderdaan, speelt sinds maart 1997 als keeper handbal
bij de tweededivisieclub TSV Östringen e.V. Hij woont in Duitsland en bezit
een geldige verblijfsvergunning.
De Deutsche Handballbund e.V., de nationale sportbond voor handbal in Duitsland
en organisator van de Handballbundesliga, heeft Kolpak een spelerskaart uitgereikt
waarop wegens zijn buitenlandse nationaliteit de letter "A" is aangebracht.
Volgens de voorschriften van de Deutsche Handballbund mogen in teams van de
nationale bond en de regionale bonden bij kampioens- en bekerwedstrijden telkens
hooguit twee spelers worden opgesteld wier kaart met een "A" is gemerkt.
Kolpak vroeg om een spelerskaart die niet was voorzien van enige aanduiding
omtrent zijn buitenlandse nationaliteit, omdat hij zijns inziens op grond van
het in de associatieovereenkomst EU-Slowakije neergelegde discriminatieverbod
het recht had onbeperkt te worden opgesteld.
Het Oberlandesgericht Hamm, dat in deze zaak in hoger beroep uitspraak moet
doen, heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof van Justitie een
prejudiciële vraag gesteld. Het wenst te vernemen of het in de associatieovereenkomst
EU-Slowakije neergelegde gebod van gelijke behandeling (verbod van discriminatie)
van Slowaakse werknemers die rechtmatig op het grondgebied van een lidstaat
zijn tewerkgesteld, ten opzichte van eigen onderdanen, in de weg staat aan een
voorschrift van een sportbond volgens hetwelk de clubs in bepaalde wedstrijden
slechts een beperkt aantal spelers uit derde, niet tot de EER behorende landen
mogen opstellen.
Advocaat-generaal Stix-Hackl neemt vandaag conclusie in deze zaak.
|
Deze uitlegging geldt ook voor artikel 38 van de associatieovereenkomst
EU-Slowakije, aangezien daarmee hetzelfde doel wordt beoogd als met de overeenkomstige
bepaling van het EG-Verdrag.
Kolpak valt binnen de werkingssfeer van de overeenkomst, aangezien hij op
basis van zijn verblijfsvergunning legaal in Duitsland verblijft en werknemer
is.
Ten slotte onderzoekt de advocaat-generaal, of de voorgeschreven beperking
van het aantal spelers met de nationaliteit van een derde, niet tot de EER behorend
land een belemmering vormt van het vrije verkeer van werknemers. Haar conclusie
luidt, dat deelneming aan kampioens- en bekerwedstrijden van de nationale bond
en de regionale bonden juist een wezenlijk doel is van de activiteit van beroepsspelers,
en dat Slowaakse onderdanen in casu worden gediscrimineerd, aangezien op burgers
van de Unie en onderdanen van de EER-landen een dergelijke beperkende regeling
niet van toepassing is.
Onder verwijzing naar het arrest Bosman verdedigt de advocaat-generaal ten slotte
de stelling, dat het voorschrift evenmin op sportieve gronden gerechtvaardigd
kan zijn.
Opmerking: de rechters van het Hof van Justitie van de EG beginnen nu
hun beraadslaging in deze zaak. Het arrest wordt op een latere datum uitgesproken.
Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in het Duits, Engels, Frans, Grieks,
Italiaans, Nederlands, Portugees en het Spaans. De volledige tekst van de conclusie is te vinden op de Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders |