Afdeling Pers en Informatie
PERSCOMMUNIQUÉ NR. 16/04
16 maart 2004
Arrest van het Hof in de prejudiciële zaken C-264/01, C-306/01, C-354/01 en C-355/01
AOK Bundesverband e.a./Ichthyol-Gesellschaft Cordes, Hermani & Co e.a
DE MEDEDINGINGSREGELS VAN HET EG-VERDRAG BELETTEN DE DUITSE ZIEKENFONDSVERENIGINGEN NIET OM VOOR DE
VERGOEDING VAN BEPAALDE GENEESMIDDELEN EEN MAXIMUMBEDRAG VAST TE STELLEN
Bij de vaststelling van deze maxima handelen de ziekenfondsverenigingen niet als ondernemingen die
een economische activiteit verrichten, maar vervullen zij hun bij wet opgedragen taak van
beheer van het Duitse socialezekerheidsstelsel.
In Duitsland is de grote meerderheid van de werknemers verplicht aangesloten bij de
wettelijke ziektekostenverzekering, die wordt gefinancierd uit de verplichte premies van de verzekerden en
hun werkgevers. Deze regeling is gebaseerd op een stelsel van verstrekkingen in natura
en niet op vergoeding achteraf van de door de verzekerde gemaakte kosten. Wat
geneesmiddelen betreft, worden de kosten dus aan de apotheek die ze heeft afgegeven
door het ziekenfonds vergoed, tot het bij wet vastgestelde maximum (het vaste maximumbedrag);
wanneer de verkoopprijs hoger is dan dit maximum betaalt de verzekerde het verschil.
De maxima worden vastgesteld in twee fasen. Eerst kiest een commissie van vertegenwoordigers
van artsen en ziekenfondsen de geneesmiddelen waarvoor vaste maximumbedragen moeten worden vastgesteld. Deze
keuze moet worden goedgekeurd door het Bondsministerie voor de gezondheidszorg. Vervolgens stellen de
ziekenfondsverenigingen gezamenlijk aan de hand van bepaalde wettelijke criteria de maximumbedragen vast. Deze
vaste maximumbedragen worden jaarlijks gecontroleerd en moeten aan de situatie op de markt
aangepast worden.
De Duitse rechters waar de zaken aanhangig zijn, hebben het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen gevraagd of de mededingingsregels van het EG-Verdrag toestaan dat
de ziekenfondsverenigingen zelf de vaste maxima bepalen voor geneesmiddelen die door de ziekenfondsen
worden vergoed.
Het Hof van Justitie merkt om te beginnen op dat de Duitse ziekenfondsen
meewerken aan het beheer van het socialezekerheidsstelsel. Zij vervullen een taak van zuiver
sociale aard, die berust op het beginsel van solidariteit en ieder winstoogmerk mist.
Verder zijn de ziekenfondsen wettelijk verplicht om hun verzekerden verplichte verstrekkingen te verlenen,
die in wezen identiek zijn en niet afhangen van het bedrag van de
premies.
Ten slotte vormen de ziekenfondsen een soort op solidariteit gebaseerde gemeenschap, waardoor zij
onderling tot een evenwichtige verdeling van kosten en risicos kunnen komen. Aldus wordt
een compensatie toegepast tussen ziekenfondsen met de laagste zorgkosten en ziekenfondsen die hogere
kosten hebben.
Het Hof stelt dus vast dat de ziekenfondsen ter zake van de verplichte
wettelijke verstrekkingen op het gebied van zorg of geneesmiddelen niet concurreren met elkaar,
noch met particuliere instellingen.
De vrijheid waarover de ziekenfondsen beschikken bij de vaststelling van de hoogte van
de premie en bij de onderlinge concurrentie om verzekerden aan te trekken, doet
aan deze constatering niet af.
Wanneer zij de precieze hoogte van de vaste maximumbedragen voor de vergoeding van
geneesmiddelen vaststellen, hebben de ziekenfondsverenigingen voorts niet een eigen belang op het oog,
dat kan worden losgekoppeld van het uitsluitend sociale doel van de ziekenfondsen. Integendeel,
de ziekenfondsverenigingen vervullen slechts een taak van beheer van het Duitse socialezekerheidsstelsel die
hen door de wet is opgelegd en handelen niet als ondernemingen die een
economische activiteit verrichten.
Het Hof concludeert dan ook dat organisaties van ziekenfondsen, zoals de Duitse ziekenfondsverenigingen,
geen ondernemingen of ondernemersverenigingen in de zin van de communautaire mededingingsregels zijn, wanneer
zij maximumbedragen vaststellen voor de vergoeding van de kosten van geneesmiddelen door de
ziekenfondsen.
Beschikbare talen: DE, EN, FR, NL De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof (www.curia.eu.int ) vanaf ongeveer 12.00 uur CET Voor nadere informatie wende men zich tot mevr. Gitte Stadler Tel. (00352) 4303-3127 Fax (00352) 4303-3656 |