Voorlichtingsdienst

PERSCOMMUNIQUÉ n· 69/97

23 oktober 1997

Arrest van het Hof in zaak C-189/95

Åklagaren/H. Franzén

HET MONOPOLIE VAN "SYSTEMBOLAGET" BLIJFT GEHANDHAAFD.

DE ZWEEDSE BEPALINGEN DIE DE INVOER VAN ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN AAN BEPAALDE ONDERNEMERS VOORBEHOUDEN, VORMEN ECHTER EEN BELEMMERING VOOR HET HANDELSVERKEER BINNEN DE GEMEENSCHAP.


De zaak komt voort uit een strafzaak bij het Landskrona tingsrätt tegen H. Franzén wegens het onwettig voorhanden hebben en verkopen van alcoholhoudende dranken, in strijd met de Zweedse wet inzake alcohol (Alkohollag 1994:1738) van 16 december 1994. Deze wet beoogt de consumptie vooral van dranken met een hoog alcoholgehalte te beperken wegens de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voor de gezondheid. Het Landskrona tingsrätt heeft het Hof gevraagd, of het door de Zweedse wetgeving ingestelde detailhandelsmonopolie verenigbaar is met het EG-Verdrag.

De detailverkoop van alcoholhoudende dranken geschiedt in Zweden door een monopolie, dat in handen is van Systembolaget. Alcoholhoudende dranken kunnen worden besteld en geleverd in de 384 "winkels" van het staatsmonopolie, bij ongeveer 550 andere verkooppunten, alsmede via 56 autobusroutes en 45 landelijke postbezorgingsroutes. De Zweedse wet bepaalt, dat Systembolaget zich alleen mag bevoorraden bij houders van een productie- of groothandelsvergunning, die onder restrictieve voorwaarden door de alcoholinspectie wordt toegekend.

Volgens het Hof is het door Systembolaget gehanteerde systeem van selectie van producten gebaseerd op criteria die onafhankelijk zijn van de herkomst van die producten, die niet-discriminerend zijn en niet nadelig voor ingevoerde producten. Ondanks het beperkte aantal verkooppunten belet het monopolie, zoals het is georganiseerd, de consument niet, binnenlandse of ingevoerde alcoholhoudende dranken te kopen. Het verkoopbeleid van het monopolie is onafhankelijk van de herkomst van de producten en benadeelt op zich niet de uit andere Lid-Staten ingevoerde dranken ten opzichte van die welke in het binnenland worden geproduceerd.

Het Zweedse detailhandelsmonopolie staat in dienst van de volksgezondheid; de aangewende criteria en methodes zijn niet-discriminerend en benadelen ingevoerde producten niet.

Daarentegen vormen de bepalingen van de Zweedse wetgeving volgens welke alcoholhoudende dranken enkel mogen worden ingevoerd door houders van een productie- of groothandelsvergunning, een belemmering voor het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap, omdat de daardoor veroorzaakte extra kosten enkel op ingevoerde alcoholhoudende dranken drukken en niet op Zweedse dranken.

Een dergelijke belemmering kan niet op grond van bescherming van de volksgezondheid worden gerechtvaardigd, omdat dat doel volgens het Hof kan worden bereikt met maatregelen die het intracommunautaire handelsverkeer minder belemmeren. Het Verdrag verzet zich derhalve tegen nationale bepalingen, zoals die van de Zweedse wetgeving, die de invoer van alcoholhoudende dranken voorbehouden aan houders van een productie- of groothandelsvergunning.

Uitsluitend bestemd voor gebruik door de media - Niet-officieel document dat het Hof niet bindt.

Voor nadere informatie alsmede voor een exemplaar van het arrest raadplege men de Homepage van het Hof op Internet: www.curia.eu.int, of wende men zich tot de heer Tom Kennedy, tel. (352) 4303.3355; fax (352) 4303.2500.