VOORLICHTINGSDIENST

PERSCOMMUNIQUÉ Nº 35/98

14 MEI 1998

Arresten van het Gerecht van eerste aanleg in de zaken T-295/94 e.a. ("Karton")

Het Gerecht wijst arrest in de "Karton"-zaken [beschikking 94/601/EG van de Commissie van 13 juli 1994 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EG-Verdrag (IV/C/33.833 - Karton)]

DE BEROEPEN TEGEN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE WORDEN SLECHTS GEDEELTELIJK TOEGEWEZEN. HET TOTALE BEDRAG VAN DE GELDBOETEN WORDT VAN 131 750 000 ECU TERUGGEBRACHT TOT 120 330 000 ECU.


Op 13 juli 1994 gaf de Commissie beschikking 94/601/EG, waarbij zij vaststelde, dat 19 producenten die in de Gemeenschap karton leveren, inbreuk hadden gemaakt op artikel 85, lid 1, van het Verdrag, en hun om die reden een geldboete oplegde. Het totale bedrag van de geldboeten bedroeg 131 750 000 ECU, waaronder een geldboete van 22 750 000 ECU die werd opgelegd aan de Zweedse onderneming Mo Och Domsjö AB.

Volgens artikel 1 van de beschikking hebben Buchmann GmbH, Cascades SA, Enso-Gutzeit Oy, Europa Carton AG, Finnboard - the Finnish Board Mills Association, Fiskeby Board AB, Gruber & Weber GmbH & Co KG, Kartonfabriek De Eendracht NV (handelende onder de naam BPB de Eendracht NV), NV Koninklijke KNP BT NV, Laakmann Karton GmbH & Co KG, Mo Och Domsjö AB (MoDo), Mayr-Melnhof Gesellschaft mbh, Papeteries de Lancey SA, Rena Kartonfabrik AS, Sarrió SpA, SCA Holding Ltd [voorheen Reed Paper & Board (UK) Ltd], Stora Kopparbergs Bergslags AB, Enso Española SA en Moritz J. Weig GmbH & Co KG inbreuk gemaakt op artikel 85, lid 1, van het Verdrag door hun deelname, gedurende een per onderneming verschillende periode die in geen geval langer duurde dan tot april 1991, aan een overeenstemming en onderling afgestemde feitelijke gedraging die van medio 1986 stammen en waarbij de kartonleveranciers in de Europese Gemeenschap in het bijzonder gelijktijdige en uniforme prijsverhogingen in de gehele Gemeenschap planden en tenuitvoerlegden, een afspraak maakten over handhaving van de marktaandelen van de grote producenten op vaste niveaus die van tijd tot tijd konden worden gewijzigd, en in toenemende mate vanaf begin 1990 ter beheersing van het aanbod van het product in de Gemeenschap onderling afgestemde maatregelen namen teneinde de tenuitvoerlegging van deze onderling afgestemde prijsverhogingen te waarborgen.

Volgens de beschikking vond de inbreuk plaats in het kader van een organisatie met de naam "Product Group Paperboard", die bestond uit verscheidene groepen op comité's, waaronder de zogeheten "Presidents Working Group" (hierna: "PWG"), die bestond uit leidinggevende personen van de grootste kartonleveranciers in de Gemeenschap, en het "Joint Marketing Committee", dat eind 1987 is opgericht.

Procesverloop voor het Gerecht van eerste aanleg

Alle ondernemingen tot wie de beschikking is gericht, hebben beroep tot nietigverklaring van de beschikking ingesteld, behalve Papeteries de Lancey en Rena. Verzoekster Laakmann Karton GmbH heeft haar beroep ingetrokken (zaak T-301/94).

Vier Finse ondernemingen, leden van de handelsvereniging Finnboard, die om die reden hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de aan de vereniging opgelegde geldboete, hebben eveneens beroep tegen de beschikking ingesteld.

Tien maanden na de terechtzitting in de onderhavige procedure (die negen dagen duurde aan het begin van juli 1997) wijst het Gerecht thans zijn arresten. In het bijzonder de navolgende overwegingen verdienen de aandacht:

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht van eerste aanleg niet bindt.

Beschikbare talen: Engels, Frans, Duits, Nederlands, Italiaans en Spaans.

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de Internetpagina van het Hof http://curia.eu.int heden vanaf ongeveer 15 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot de heer J. de Hemptinne tel: (352) 43 03 3205 fax: (352) 43 03 2500.