Lemmens staat voor een Nederlandse rechter terecht ter zake van rijden onder invloed.
In Nederland wordt het bewijs van een dergelijke overtreding geleverd door middel van een ademanalyse, verricht met een ademanalyse-apparaat van een door de minister van Justitie voorgeschreven type, dat is goedgekeurd door een officiële keuringsinstelling. Deze goedkeuring wordt verleend op basis van de in de Nederlandse wettelijke regeling voorziene technische kenmerken.
Een gemeenschapsrichtlijn verplicht de lidstaten echter, ontwerpen voor technische voorschriften aan de Commissie mee te delen. In een eerder arrest (C-194/94, CIA Security International) oordeelde het Hof, dat het verzuim van deze verplichting tot mededeling de niet-toepasselijkheid van de betrokken technische voorschriften meebrengt, zodat deze niet aan particulieren kunnen worden tegengeworpen.
Omdat Lemmens had vernomen, dat de Nederlandse voorschriften betreffende de goedkeuring van ademanalyse-apparaten niet aan de Commissie waren meegedeeld, stelde hij tijdens de tegen hem gevoerde strafprocedure de vraag aan de orde, wat de gevolgen van de niet-mededeling voor deze procedure zouden zijn.
De Nederlandse rechter heeft het Hof daarom de vraag voorgelegd, of het verzuim door een lidstaat van de verplichting tot mededeling van een technische regeling betreffende ademanalyse-apparaten tot gevolg had, dat het bewijs verkregen door middel van een dergelijk apparaat niet kan worden gebruikt tegen particulieren die terechtstaan ter zake van rijden onder invloed.
Het Hof herinnerde er in de eerste plaats aan, dat de richtlijn het vrije goederenverkeer beoogt te beschermen, aangezien technische voorschriften belemmeringen kunnen vormen voor het verkeer van goederen tussen lidstaten. Vervolgens merkte het op, dat de in een strafprocedure op verdachten toegepaste regels in de eerste plaats die zijn welke het rijden onder invloed verbieden en bestraffen, en in de tweede plaats die welke de bestuurder verplichten ademlucht uit te blazen in een apparaat, teneinde bewijs te verkrijgen. Die regels verschillen van die welke, op grond van het feit dat zij niet aan de Commissie zijn meegedeeld, niet aan particulieren kunnen worden tegengeworpen.
Niet-mededeling heeft daarom niet tot gevolg, dat elk gebruik van een product dat aan de niet-aangemelde voorschriften beantwoordt, onwettig wordt. Het gebruik van het product door de overheid in het kader van een strafprocedure kan immers geen belemmering voor het handelsverkeer vormen die had kunnen worden vermeden, indien de mededelingsprocedure was gevolgd.
Kortom, de niet-mededeling heeft niet tot gevolg, dat het bewijs verkregen door middel van een ademanalyse-apparaat dat volgens niet-meegedeelde voorschriften is goedgekeurd, niet kan worden gebruikt tegen particulieren die terechtstaan ter zake van rijden onder invloed.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in de officiële talen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int heden vanaf ongeveer 15.00 uur. Voor nadere informatie wende men zich tot J. de Hemptinne tel (352) 4303 3205.