Bij besluit van 25 mei 1998 hebben de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten twee rechters benoemd in het Gerecht van eerste aanleg voor de periode van 17 september 1998 tot en met 31 augustus 2004, terwijl het mandaat van de rechters Vesterdorf (huidige president van het Gerecht), Azizi, Jaeger, Lenaerts, Moura Ramos en Tiili is vernieuwd.

De vertrekkende leden zijn A. Kalogeropoulos, rechter van het Gerecht van eerste aanleg sinds 18 september 1992, en C. P. Briët, rechter van het Gerecht sinds 25 september 1989, die worden opgevolgd door M. Vilaras, resp. A. W. H. Meij. Deze laatsten hebben tijdens een plechtige zitting van het Hof van Justitie op 17 september 1998 hun functie aanvaard en de door het Verdrag voorgeschreven eed afgelegd .

A. W. H. Meij, geboren in 1944; raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden (1996); lid en vice-voorzitter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (1986); plaatsvervangend lid van de Centrale Raad van Beroep en van de Tariefcommissie; referendaris bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (1980); hoofddocent Europees recht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen; research assistant aan de University of Michigan Law School; medewerker internationaal secretariaat van de Kamer van Koophandel te Amsterdam (1970).

M. Vilaras, geboren in 1950; advocaat; auditeur bij de Griekse Raad van State; maître des requêtes bij de Raad van State; toegevoegd lid van het Bijzondere Hooggerechtshof van Griekenland; nationaal deskundige bij de juridische dienst van de Europese Commissie, daarna hoofdadministrateur bij DG V (werkgelegenheid, industriële betrekkingen en sociale zaken); directeur van de juridische dienst van de Griekse regering.