Ook wanneer de onderneming in vrijwillige vereffening verkeert, is de richtlijn inzake behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen van toepassing
Sanders was sinds februari 1974 als handelsvertegenwoordiger werkzaam op het hoofdkantoor van SA Europièces te Erpent (provincie Namen) totdat hij in juli 1993 een ontslagaanzegging ontving, nadat de onderneming in vrijwillige vereffening was gesteld. In augustus van dat jaar deelde de vereffenaar Sanders mede, dat een gedeelte van de boedel van SA Europièces was overgedragen aan Automotive Industries Holding Company SA, en verzocht hem zijn werkzaamheden voor rekening van de vereffening voort te zetten op het hoofdkantoor te Brussel.
Sanders vond dat er sprake was van een wijziging van zijn functie en dus van eenzijdige verbreking van zijn arbeidsovereenkomst, en stelde beroep in bij het Arbeidsgerecht te Brussel. Dit veroordeelde SA Europièces tot betaling van schadevergoedingen.
In hoger beroep heeft het Arbeidshof te Brussel het Hof gevraagd, of de Europese richtlijn inzake het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst of een fusie, waarin onder meer is geregeld dat bestaande arbeidsovereenkomsten van kracht blijven, ook van toepassing is wanneer de overgang plaatsvindt als gevolg van vrijwillige vereffening.
Het Hof stelt om te beginnen vast, dat de richtlijn niet van toepassing is op de overgang van een onderneming in het kader van een faillissement. Vervolgens herinnert het aan zijn eerdere rechtspraak, waarin het heeft uitgemaakt, dat bij de beoordeling of de richtlijn in geval van een gerechtelijke vereffening van toepassing is, niet alleen rekening moet worden gehouden met het doel van de procedure, maar ook met de modaliteiten ervan, en met name met de vraag in hoeverre de werkzaamheid van de onderneming wordt voortgezet dan wel wordt gestaakt. Volgens deze rechtspraak verschilt gerechtelijke vereffening zowel qua doel als qua modaliteiten van faillissement. In geval van gerechtelijke vereffening is de richtlijn derhalve van toepassing wanneer de werkzaamheid van de onderneming wordt voortgezet.
Met betrekking tot de overgang van een onderneming in vrijwillige vereffening stelt het Hof vast, dat vrijwillige vereffening in wezen overeenkomt met gerechtelijke vereffening, maar eigenlijk nog meer van faillissement blijkt te verschillen dan gerechtelijke vereffening. Het Hof leidt hieruit af, dat de richtlijn dus ook van toepassing is op de overgang van een onderneming die in vrijwillige vereffening verkeert.
Ten slotte verklaart het Hof, dat het de werknemer vrij staat de arbeidsverhouding niet met de nieuwe ondernemer voort te zetten, doch dat de richtlijn voorschrijft, dat wanneer de overgang een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer ten gevolge heeft, de arbeidsovereenkomst of de arbeidsverhouding wordt geacht te zijn verbroken door toedoen van de werkgever.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt Beschikbare talen : Frans en Nederlands.
De integrale tekst van het arrest is vanaf hedenmiddag circa 15.00 uur op onze internetpagina www.curia.eu.int te raadplegen. Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot mw. Cruysmans, tel. (00 352) 4303-3205 fax (00 352) 4303-2500.