De gemeenschapsregeling inzake concentraties van ondernemingen kan worden toegepast op concentraties buiten de Gemeenschap, die de mededinging op het grondgebied van de Gemeenschap op significante wijze kunnen belemmeren
Gencor Ltd is een vennootschap naar Zuid-Afrikaans recht die actief is in de mijnbouw- en metaalsector. Zij heeft 46,5 % van de vennootschap Implats in handen, de rest van het kapitaal is in handen van derden. Implats is een Zuid-Afrikaanse vennootschap waarin de activiteiten van Gencor in de sector platinametalen zijn ondergebracht.
Lonrho Plc is een vennootschap naar Engels recht die gediversifieerde activiteiten verricht, in het bijzonder in de mijnbouw- en de metaalsector. Zij heeft 73 % van Eastplats en van Westplats ("LPD") in handen: vennootschappen naar Zuid-Afrikaans recht waarin de activiteiten van Lonrho in de sector platinametalen zijn ondergebracht. Gencor bezit een deelneming van 27 % in LPD.
Gencor en Lonrho waren voornemens gezamenlijk de zeggenschap over Implats te verwerven en in een tweede fase de uitsluitende zeggenschap over LPD aan Implats toe te vertrouwen.
Na die concentratie zou Implats exclusief zeggenschap over LPD hebben gehad, hetgeen de mededinging tussen deze beide ondernemingen niet alleen voor de winning en productie van platinametalen in Zuid-Afrika, doch ook voor de afzet daarvan in de Gemeenschap, waar Implats en LPD aanzienlijke hoeveelheden verkochten, hebben uitgeschakeld. Aldus zouden nog slechts twee Zuid-Afrikaanse platinaleveranciers in plaats van drie (Implats/LPD en Amplats, de grootste leverancier ter wereld) op de markt hebben geleverd.
De Zuid-Afrikaanse mededingingsautoriteit heeft zich niet tegen de concentratie verzet op grond van het Zuid-Afrikaanse mededingingsrecht.
Gencor en Lonrho hebben de reeks overeenkomsten betreffende de concentratie bij de Commissie aangemeld.
Bij beschikking van 24 april 1996 verklaarde de Commissie de concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, op grond dat deze tot een gezamenlijke machtspositie van de uit de concentratie voortkomende entiteit en Amplats op de wereldmarkt voor platina en rodium zou hebben geleid.
Tegen de beschikking van de Commissie heeft Gencor bij het Gerecht van eerste aanleg beroep tot nietigverklaring ingesteld.
Gencor stelt in het bijzonder, dat verordening nr. 4064/89 slechts betrekking heeft op concentraties in de Gemeenschap. De Commissie zou deze verordening niet kunnen toepassen op een concentratie betreffende economische activiteiten op het grondgebied van een derde land, die door de bevoegde autoriteiten van dat land (in casu de republiek Zuid-Afrika) is goedgekeurd. De verordening zou dan ook niet van toepassing zijn op de concentratie, aangezien de kernactiviteiten van de bij de concentratie betrokken ondernemingen (hier de winning en raffinage van platinametalen) in Zuid-Afrika werden verricht. De Gemeenschap zou gebonden zijn aan het beginsel van de territoriale gelding van de wetten, een fundamenteel beginsel van het volkenrecht.
Het Gerecht onderzoekt om te beginnen of de gemeenschapsverordening inzake concentraties in casu van toepassing is en vervolgens of de toepassing van deze verordening op een dergelijke concentratie in strijd is met het volkenrecht.
Het Gerecht herinnert eraan, dat de verordening van toepassing is op alle concentraties die van communautaire dimensie zijn. Volgens de verordening is een concentratie van communautaire dimensie, indien aan een aantal voorwaarden betreffende de omzet in met name de Gemeenschap is voldaan. De verordening bepaalt daarentegen niet, dat een concentratie enkel als concentratie van communautaire dimensie kan worden aangemerkt, indien de betrokken ondernemingen in de Gemeenschap zijn gevestigd of de productieactiviteiten waarop de concentratie betrekking heeft, op het grondgebied van de Gemeenschap worden verricht. De gemeenschapsverordening hecht meer belang aan het criterium van de omzet binnen de gemeenschappelijke markt dan aan het criterium van de productie. De omzet van Gencor en Lonrho in de Gemeenschap bedraagt meer dan 250 miljoen ECU, de bij de verordening vastgestelde drempel waarboven zij van toepassing is.
Het Gerecht verwijst ook naar het doel van de verordening: waarborgen dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt niet wordt vervalst. Concentraties die, ofschoon zij winnings- en/of productieactiviteiten buiten de Gemeenschap betreffen, een machtspositie doen ontstaan of versterken ten gevolge waarvan de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt op significante wijze wordt belemmerd, vallen dan ook binnen de werkingssfeer van de verordening.
Vervolgens stelt het Gerecht vast, dat de toepassing van de verordening verenigbaar is met het volkenrecht, aangezien de concentratie onmiddellijke, wezenlijke en voorzienbare gevolgen heeft binnen de Gemeenschap.
Het Gerecht verbindt daaraan de conclusie dat de beschikking van de Commissie niet in strijd is met de gemeenschapsverordening betreffende controle op concentraties, noch met de regels van het volkenrecht.
Ten slotte preciseert het Gerecht, dat de gemeenschapsverordening eveneens van toepassing is op collectieve machtsposities en niet enkel op individuele machtsposities. Er is sprake van een collectieve machtspositie, wanneer de machtspositie wordt ingenomen door de onderneming die na de concentratie tot stand komt enerzijds, en een of meer niet bij de concentratie betrokken ondernemingen anderzijds (in casu Implats/LPD enerzijds en Amplats anderzijds).
Het Gerecht komt tot deze conclusie op basis van het doel van de verordening: waarborgen dat het herstructureringsproces in de ondernemingen als gevolg van de voltooiing van de interne markt de mededinging niet schaadt. Zou namelijk worden aanvaard dat enkel concentraties die een machtspositie van de betrokken partijen in het leven roepen, onder de verordening zouden vallen, dan zou deze verordening geen nuttig effect meer hebben.
Bijgevolg verwerpt het Gerecht het door Gencor ingestelde beroep en bevestigt het de beschikking van de Commissie.
N.B.: bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kan binnen twee maanden na de betekening een tot rechtsvragen beperkte hogere voorziening tegen deze beslissing van het Gerecht worden ingesteld.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht van eerste aanleg niet bindt. Beschikbare talen: alle officiële talen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de Internetpagina van het Hof curia.eu.int heden vanaf ongeveer 15 uur. Voor nadere informatie wende men zich tot de heer J.-M. Rachet, tel. (352) 4303.3205; fax (352) 4303.2500.