Het Hof is van oordeel, dat verhoogde verminderingen van socialezekerheidsbijdragen die aan bepaalde ondernemingen worden toegekend met als enig doel hun een concurrentievoordeel te verlenen, en die niet worden gerechtvaardigd door de organisatie van het algemene stelsel van sociale bescherming, door het gemeenschapsrecht verboden staatssteun vormen.
Volgens de Maribel-regeling, ingevoerd bij de Belgische wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, genieten de werkgevers die handarbeiders tewerkstellen, voor ieder van deze werknemers een vermindering van de socialezekerheidsbijdragen. Bij koninklijk besluit van 14 juni 1993 heeft de Maribel bis-regeling, zakelijk weergegeven, de vermindering van de sociale bijdragen verhoogd voor de gevallen waarin de werkgever zijn activiteit hoofdzakelijk uitoefent in een van de sectoren die het meest aan de internationale concurrentie zijn blootgesteld.
Bij koninklijk besluit van 22 februari 1994 is deze "verhoogde vermindering" van de socialezekerheidsbijdragen met ingang van 1 januari 1994 nogmaals verhoogd ten gunste van de ondernemingen die bedrijvig zijn in de sectoren die het meest aan de internationale concurrentie zijn blootgesteld, en is de Maribel-regeling bovendien uitgebreid tot bepaalde activiteiten van het internationaal transport. De werkingssfeer van de Maribel ter-regeling is met ingang van 1 juli 1994 verder verruimd tot de sectoren tuinbouw, bosbouw en bosexploitatie.
Bij beschikking van 4 december 1996 heeft de Commissie de verhoogde vermindering als met de gemeenschappelijke markt onverenigbare staatssteun aangemerkt. Bovendien heeft zij België gelast, het bedrag van de onrechtmatig toegekende steun bij de begunstigde ondernemingen in te vorderen.
België heeft deze beschikking voor het Hof van Justitie aangevochten met het argument dat de Maribel bis/ter-regeling een algemene maatregel van economische politiek is.
Het Hof beschouwt de in het kader van de Maribel bis/ter-regeling toegekende verminderingen van de sociale lasten als een financieel voordeel met de aard van een steunmaatregel, en is van oordeel dat deze steunmaatregelen selectief zijn voor zover zij tot bepaalde sectoren beperkt zijn. Zij vertonen derhalve een van de kenmerken van staatssteun. Het Hof verwerpt het argument van de Belgische regering, dat de betrokken economische voordelen wegens voorbijgaande budgettaire moeilijkheden niet aan alle bedrijfstakken konden worden toegekend.
Hoewel het Hof erkent dat de inrichting van het socialezekerheidsstelsel tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort, onderstreept het, dat de Maribel bis/ter-regeling niet werd gerechtvaardigd door de aard of de opzet van het algemene stelsel van sociale voorzieningen in België, maar als enig rechtstreeks gevolg had, dat aan de begunstigde ondernemingen een economisch voordeel werd verstrekt.
Dienaangaande merkt het Hof op, dat de verhoogde verminderingen onvoorwaardelijk werden toegekend zonder directe sociale of economische tegenprestatie van de begunstigde ondernemingen en dus niet verbonden waren aan het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen in het midden- en kleinbedrijf noch aan het aanwerven van bepaalde categorieën werknemers die het bijzonder moeilijk hebben om tot de arbeidsmarkt toe te treden of opnieuw een arbeidsplaats te vinden.
Aangaande de verplichting tot invordering van het bedrag van de onrechtmatig verleende steun is het Hof van oordeel, dat de Commissie met haar eis tot invordering het evenredigheidsbeginsel niet heeft geschonden aangezien dat bevel het logische gevolg is van de vaststelling dat de steun onwettig is. Het Hof erkent de administratieve of praktische moeilijkheden die voortvloeien uit het feit dat het om een groot aantal ondernemingen gaat, maar meent, dat België niet in de absolute onmogelijkheid verkeert om de verplichting tot invordering van het bedrag van de betrokken steun na te komen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in de volgende talen: Frans, Duits, Engels en Nederlands.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int. heden vanaf ongeveer 15.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot J.-M Rachet, tel (00 352) 4303 3205 fax (00 352) 4303 2034.