Volgens het besluit van de Raad van 24 oktober 1988 tot instelling van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen houdt het Gerecht zitting in kamers, bestaande uit drie of vijf rechters, dan wel in volledige samenstelling.
Bij besluit van 26 april 1999 heeft de Raad het besluit 1988 gewijzigd en bepaald, dat het Gerecht ook in enkelvoudige kamers zitting kan houden (PB L 114, 52 van 1.5.1999). Deze wijziging werd noodzakelijk geacht in verband met de werklast van het Gerecht, die sinds zijn oprichting aanzienlijk is toegenomen en nog verder zal groeien als gevolg van de rechtspleging inzake intellectuele-eigendomsrechten en in het bijzonder als gevolg van de toepassing van de verordening van 1993 betreffende het gemeenschapsmerk.
In verband hiermee heeft het Gerecht op 17 mei 1999, met unanieme goedkeuring van de Raad, zijn Reglement voor de procesvoering aangepast en de gevallen bepaald waarin een alleenzittende rechter uitspraak kan doen, alsmede de modaliteiten volgens welke een zaak door een alleensprekende rechter kan worden berecht.
Ingeval de juridische of feitelijke moeilijkheidsgraad gering is, het belang van de zaak gering is en andere bijzondeyre omstandigheden ontbreken, kan de rechter-rapporteur als alleenzittende rechter uitspraak doen in de volgende soorten geschillen:
De beslissing om een zaak aan een alleensprekende rechter toe te wijzen, wordt, nadat partijen zijn gehoord, met eenstemmigheid genomen door de kamer bestaande uit drie rechters, waarbij de zaak aanhangig is. Verzet zich een lidstaat of een instelling van de Europese Gemeenschap, die partij is in het geding, tegen berechting door een alleensprekende rechter, dan blijft de zaak voor de kamer waartoe de rechter-rapporteur behoort.
Alleenrechtspraak is uitgesloten voor:
zaken waarin de wettigheid van een handeling van algemene strekking in geding is;
zaken betreffende de toepassing van
- mededingingsregels en regels betreffende de controle op concentraties,
- regels betreffende steunmaatregelen van de staten,
- regels betreffende handelspolitieke beschermingsmaatregelen,
- regels betreffende de gemeenschappelijke ordeningen der landbouwmarkten, behoudens zaken die tot een reeks van zaken met hetzelfde voorwerp behoren, waarvan er een reeds met kracht van gewijsde is afgedaan;
en voor beroepen tegen besluiten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) en van het Communautair bureau voor kwekersrechten.
Deze wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht alsmede verdere bijzonderheden zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 29 mei 1999 (L 135, blz. 92).
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht van eerste aanleg niet bindt. Deze persmededeling is beschikbaar in alle officiële talen
Voor nadere informatie wende men zich tot J.-M. Rachet, tel. (0 03 52) 43 03 - 32 05 fax (0 03 52) 43 03 - 20 34.