... hecht ik eraan om met trots op te merken dat, ondanks de moeilijkheden waarmee iedereen in zijn privéleven en in zijn werk te maken heeft gehad, het aanpassingsvermogen en de doortastendheid waarvan het personeel collectief blijk heeft gegeven het Hof van Justitie en het Gerecht in staat hebben gesteld om een efficiënte behandeling van de zaken te verzekeren en de kwaliteit van hun beslissingen te waarborgen, in het belang van de justitiabele.
Zowel in Europa als in de rest van de wereld heeft het afgelopen jaar voor een groot deel in het teken gestaan van de COVID-19-pandemie, die ons privéleven en sociale leven en onze manier van werken overhoop heeft gehaald. Dankzij de al bestaande crisisplannen en het grote aanpassingsvermogen en de voorbeeldige inzet van de leden en van het personeel van de instelling zijn wij erin geslaagd goed met deze onverwachte situatie om te gaan.
Door in een recordtempo innovatieve technologische oplossingen uit te rollen, konden de rechterlijke instanties zo normaal mogelijk blijven functioneren en hun werkzaamheden voortzetten ten dienste van de Europese rechtspleging.
De instelling heeft passende maatregelen genomen om haar personeel te beschermen en interne verspreiding van het virus te voorkomen, en om te zorgen voor werkomstandigheden die de normale omstandigheden benaderen. Nadat er tussen medio maart en eind mei geen terechtzittingen hadden kunnen plaatsvinden, heeft de instelling kunnen garanderen dat de zittingen op een voor alle betrokkenen veilige wijze konden worden hervat.
De gezondheidscrisis heeft zich uiteindelijk slechts in beperkte mate vertaald in de jaarstatistieken. Doordat de nationale rechters tijdens de eerste maanden van de pandemie hun werkzaamheden hebben moeten terugschroeven, heeft het aantal nieuwe zaken weliswaar niet het recordniveau van 2019 bereikt, maar het komt toch in de buurt van het niveau van 2018 en 2017. Het aantal afgesloten zaken is slechts licht teruggelopen, dankzij verschillende maatregelen die zijn getroffen om het probleem te ondervangen dat er gedurende meer dan twee maanden geen terechtzittingen konden plaatsvinden en dat er na de hervatting van de zittingen reisbeperkingen golden. Het is dan ook van belang om erop te wijzen dat ondanks de moeilijke omstandigheden in 2020 de beide rechterlijke instanties vrijwel evenveel werk hebben verzet als in 2017, en zelfs meer dan in 2016.
In de in dit jaaroverzicht opgenomen terugblik op de belangrijkste rechtspraak van het jaar passeren verschillende belangwekkende arresten de revue, met name op het gebied van de fundamentele vrijheden en de beginselen van de rechtsstaat. Die arresten getuigen van de belangrijke rol die de rechterlijke instanties van de Unie hebben in het Europese institutionele systeem en ten aanzien van zowel de economie als de burgers.
2020 stond ook in het teken van een andere belangrijke gebeurtenis: het daadwerkelijke vertrek van het Verenigd koninkrijk uit de Europese Unie op 31 januari om middernacht, na een gemeenschappelijke lotsbestemming van meer dan 47 jaar. De Brexit heeft ertoe geleid dat de instelling afscheid heeft moeten nemen van haar Britse leden, maar heeft geen gevolgen gehad voor de situatie van het bij de instelling werkzame Britse personeel.
Bij het opmaken van de balans van 2020 hecht ik eraan om met trots op te merken dat, ondanks de moeilijkheden waarmee iedereen in zijn privéleven en in zijn werk te maken heeft gehad, het aanpassingsvermogen en de doortastendheid waarvan het personeel collectief blijk heeft gegeven het Hof van Justitie en het Gerecht in staat hebben gesteld om een efficiënte behandeling van de zaken te verzekeren en de kwaliteit van hun beslissingen te waarborgen, in het belang van de justitiabele. De maatregelen die zijn genomen en de ontwikkelingen die in gang zijn gezet om dit resultaat te bereiken, zijn stuk voor stuk lessen waarvan de instelling in de toekomst zal kunnen profiteren, in lijn met haar streven naar constante verbetering van de Europese rechtspleging als openbare dienst.
