Een administratie ten dienste van de rechtspleging

A | Inleiding door de griffier
B | Belangrijkste gebeurtenissen van het jaar
C | Relatie met het publiek

 
Start Scroll

A | Inleiding door de griffier

Twee decennia zijn verstreken sinds de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, een historisch moment in de ontwikkeling van onze instelling.

Alfredo Calot Escobar

Griffier van het Hof van Justitie


Twee decennia zijn verstreken sinds de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, een historisch moment in de ontwikkeling van onze instelling. Die toetreding gaf reden tot vreugde, maar luidde tegelijk een tijdperk van ongekende uitdagingen in. Terugblikkend kan ik met trots zeggen dat we deze uitdagingen niet alleen hebben overwonnen, maar dat we ook sterker uit de strijd zijn gekomen.

Vandaag staan we voor even ingrijpende veranderingen binnen onze instelling.

De wetgevingsprocedure tot gedeeltelijke overdracht van de prejudiciële bevoegdheid aan het Gerecht is afgerond. Dankzij de onvermoeibare inzet van de twee rechterlijke instanties en verschillende diensten zijn alle nodige stappen gezet voor een naadloze overdracht.

Diezelfde geest van samenwerking was, in combinatie met ons aanpassingsvermogen, de drijvende kracht achter onze inspanningen op een ander belangrijk gebied, namelijk dat van de digitale transformatie. Het hele jaar door zijn we onze digitale hulpmiddelen blijven finetunen en hebben we actief AI-ondersteunde projecten ontwikkeld, waarbij erop werd toegezien dat al deze initiatieven voldeden aan de vereisten van de verordening artificiële intelligentie, die in 2024 van kracht is geworden. In het besef dat menselijke input essentieel blijft voor de doeltreffende uitrol van AI-tools, hebben we een uitgebreid, grootschalig AI-trainingsprogramma gelanceerd. Verder hebben onze juridische vertaaldiensten het voortouw genomen bij het herdefiniëren van workflows in een meer geavanceerd digitaal landschap, en daarmee een benchmark gezet voor andere diensten.

Bij het streven naar modernisering en innovatie wordt het des te belangrijker om de veiligheid en de soliditeit van onze digitale infrastructuur te waarborgen. In 2024 is de cyberbeveiligingsverordening van kracht geworden, die belangrijke verplichtingen voor onze instelling introduceert, waaraan binnen een strak tijdschema moet worden voldaan.

Ook al omarmt onze instelling innovatie, toch blijven haar tijdloze idealen onze inspanningen sturen. Aan de basis van ons succes ligt onze grootste troef: een team van meer dan 2 000 toegewijde mensen van over het hele continent, die elke dag harmonieus samenwerken om recht te doen gelden. De eigenlijke waarde van deze collectieve inspanning ligt in haar diversiteit: het samenspel van een breed scala aan visies, culturen, ervaringen en talenten versterkt ons vermogen om onze taak te vervullen.

Om de beste talenten uit alle lidstaten aan te trekken en aan ons te binden, hebben we het hele jaar door initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat ons gastland aantrekkelijk blijft als werkplaats. Voor het eerst werd vanuit politieke hoek erkend dat het personeel in Luxemburg voor bijzondere uitdagingen staat in vergelijking met dat in Brussel. Na een allesbehalve eenvoudige procedure hebben de begrotingsautoriteiten ons verzoek om een tijdelijke huisvestingstoelage voor collega’s in lagere salarisschalen uiteindelijk ingewilligd – een essentiële eerste stap om deze ongelijkheid weg te werken.

Ons streven naar diversiteit is niet beperkt tot enkel ons personeel. In 2024 hebben we samen met het Europees netwerk voor justitiële opleiding nieuwe stappen ondernomen om het geografische evenwicht te optimaliseren van nationale professionals op het gebied van justitie die deelnemen aan de langetermijnopleidingen aan het Hof. Dat heeft tastbare resultaten opgeleverd: voor het eerst in de bijna twintig jaar dat het programma loopt, hebben kandidaten uit drie nieuwe lidstaten een aanvraag ingediend.

Dit weerspiegelt ook onze jarenlange inzet om de dialoog met de nationale rechterlijke instanties te versterken, een principe dat we het hele jaar door actief in de praktijk hebben gebracht. Een andere belangrijke stap ter bevordering van de justitiële dialoog is gezet door het Justitieel Netwerk van de Europese Unie: de bijeenkomst van de correspondenten werd voor het eerst buiten de muren van onze instelling gehouden en mede georganiseerd door de Belgische Raad van State. Dit heeft het netwerk een nieuw perspectief geboden en heeft het fundamentele idee versterkt dat de justitiële dialoog per definitie de institutionele grenzen overstijgt.

We hebben niet alleen deze externe bakens uitgezet, maar onze blik ook naar binnen gericht en onze toewijding bevestigd aan de hoogste ethische normen, die altijd al eigen waren aan onze identiteit. In 2024 hebben we deze normen samengebracht in een Gedragscode die geldt voor het volledige personeel en waarmee we onze principes hebben afgestemd op de hoge normen die eerder al voor de leden waren vastgesteld.

Net zoals we twintig jaar geleden de uitdagingen van de uitbreiding van de Europese Unie vastberaden en met een gemeenschappelijk doel voor ogen zijn aangegaan, heb ik er alle vertrouwen in dat we over twintig jaar met evenveel trots zullen terugkijken op de veranderingen van vandaag. De uitdagingen waar we vandaag voor staan, bieden ons de kans om, met respect voor de rijke tradities die vorm hebben gegeven aan het verleden van onze instelling, mee te gaan met de vernieuwende ontwikkelingen die haar op weg helpen naar de toekomst.

B | Belangrijkste gebeurtenissen van het jaar

Gedeeltelijke overdracht van de prejudiciële bevoegdheid

Om ervoor te zorgen dat de rechterlijke instanties van de Unie binnen redelijke termijnen uitspraken van hoogwaardige kwaliteit kunnen wijzen en om de werklast zo goed mogelijk te verdelen over het Hof van Justitie en het Gerecht, zijn op 1 september 2024 ingrijpende wijzigingen van het Statuut en de procedureregels in werking getreden. De door het Hof van Justitie voorgestelde wijzigingen van het Statuut zijn aangenomen door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De wijzigingen van de Reglementen voor de procesvoering zijn na goedkeuring door de Raad vastgesteld door het Hof van Justitie en het Gerecht. Met deze wijzigingen wordt de gedeeltelijke overdracht van de prejudiciële bevoegdheid aan het Gerecht uitgevoerd en worden de procedures voor deze twee rechterlijke instanties gemoderniseerd.

Wijzigingen van het Statuut en uitvoering ervan

De wijzigingen van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben het mogelijk gemaakt om de prejudiciële bevoegdheid vanaf 1 oktober 2024 gedeeltelijk over te dragen aan het Gerecht. Deze mogelijkheid bestond al sinds het in 2001 ondertekende Verdrag van Nice, en is opnieuw op de agenda gezet in het kader van de hervorming van het gerechtelijke bestel van de Unie in 2015, met name de verdubbeling van het aantal rechters bij het Gerecht, die sinds 2022 volledig is afgerond.

Het Gerecht is nu bevoegd om kennis te nemen van verzoeken om een prejudiciële beslissing met betrekking tot duidelijk omschreven specifieke aangelegenheden die weinig principiële vragen opwerpen en waarvoor een omvangrijk corpus aan rechtspraak van het Hof van Justitie bestaat dat het Gerecht kan helpen bij de uitoefening van deze nieuwe bevoegdheid. Naar verwachting zullen hierdoor voldoende verzoeken om een prejudiciële beslissing naar het Gerecht worden doorgezonden, zodat de werklast van het Hof van Justitie daadwerkelijk lichter wordt.

Het gaat om de volgende specifieke aangelegenheden: het gemeenschappelijk btw-stelsel, accijnzen, het douanewetboek, de tariefindeling van goederen, compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering of bij vertraging of annulering van vervoersdiensten en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten.


Verdeling van de bevoegdheden tussen het Hof van Justitie en het Gerecht

Dit is een YouTubevideo. Aangezien YouTube persoonsgegevens kan verzamelen en uw kijkgedrag kan volgen, wordt de video enkel afgespeeld indien u instemt met het gebruik van cookies en andere soortgelijke technologie zoals beschreven in het privacybeleid van de website.

De wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie verduidelijken om te beginnen op welke wijze in een eerste fase wordt omgegaan met de verzoeken om een prejudiciële beslissing teneinde te bepalen welke rechterlijke instantie bevoegd is om deze te behandelen. Verder voorzien zij in de bepalingen die nodig zijn om een snelle behandeling te verzekeren van verzoeken die het Gerecht naar het Hof verwijst omdat ze een principiële beslissing vereisen die van invloed kan zijn op de eenheid of de samenhang van het recht van de Unie. Tot slot is in deze wijzigingen bepaald onder welke voorwaarden de memories of schriftelijke opmerkingen die belanghebbenden zoals bedoeld in artikel 23 van het Statuut in een prejudiciële zaak hebben ingediend, binnen een redelijke termijn na de sluiting van de zaak online beschikbaar worden gesteld.

De wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht bevatten nadere bepalingen voor de behandeling van prejudiciële verwijzingen die aan het Gerecht worden doorgezonden. Teneinde de nationale rechterlijke instanties en de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden van dezelfde waarborgen te verzekeren als die welke door het Hof van Justitie worden geboden, heeft het Gerecht in wezen de bepalingen van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie overgenomen die van toepassing zijn op prejudiciële verwijzingen, met inbegrip van die welke de publicatie van de memories en de schriftelijke opmerkingen van de belanghebbenden betreffen.

Andere belangrijke wijzigingen hebben betrekking op de structuur en de organisatie van het Gerecht. Ze voorzien in de oprichting van een Middelgrote kamer van negen rechters, die wordt voorgezeten door de vicepresident van het Gerecht. De verzoeken om een prejudiciële beslissing zullen worden toegewezen aan kamers van vijf rechters die specifiek met deze zaken zijn belast, maar kunnen afhankelijk van het belang van de opgeworpen vragen worden doorverwezen naar een andere rechtsprekende formatie.

De rechters die de functie van advocaat-generaal in prejudiciële zaken zullen uitoefenen (alsmede de rechters die hen vervangen ingeval zij verhinderd zijn), worden verkozen door het Gerecht. Zij staan de bevoegde rechtsprekende formatie in elke prejudiciële zaak bij, naar het voorbeeld van de advocaten-generaal in de procedures voor het Hof van Justitie.

Het Gerecht heeft ook de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens en de wijze van indiening en betekening van processtukken in het kader van verzoeken om een prejudiciële beslissing verduidelijkt.

Gezien de omvang van de wijzigingen was een herziening van de praktische uitvoeringsbepalingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht noodzakelijk.

Andere wijzigingen van de procedureregels

Verdere wijzigingen hebben tot doel de behandeling door het Hof van Justitie en het Gerecht van de bij hen aanhangige zaken te verbeteren, te vereenvoudigen en te moderniseren in het licht van de ervaring die is opgedaan tijdens de gezondheidscrisis. In dit verband is de belangrijkste wijziging voor het Hof van Justitie de mogelijkheid – die door het Gerecht reeds werd geboden – voor vertegenwoordigers van partijen of de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden om, met inachtneming van de juridische en technische voorwaarden zoals nader bepaald in de Praktische aanwijzingen voor de partijen, aan een pleitzitting deel te nemen via videoconferentie. Het Gerecht heeft voorts een reeks bepalingen herzien die van toepassing zijn op rechtstreekse beroepen, waaronder die betreffende de vertrouwelijke behandeling van processtukken, de aanpassing van het verzoekschrift in de loop van het geding en de vormvoorschriften die in acht moeten worden genomen bij de neerlegging van processtukken.

Wat ten slotte de uitzending van terechtzittingen voor het Hof van Justitie betreft, die bijdraagt aan de transparantie en de toegankelijkheid van de rechtspraak, worden in een nieuwe bepaling de regels uiteengezet die gelden voor de uitzending van pleitzittingen, de uitspraak van arresten en de lezing van conclusies van de advocaten-generaal. Het Gerecht heeft op zijn beurt in wezen gelijkwaardige bepalingen ingevoerd.

Getuigenis van Giulia Predonzani, attaché bij de griffier van het Gerecht

„Liefhebbers van hardlopen kunnen de hervorming van het Statuut zien als de marathon die elke hardloper ooit wil lopen... en waar hij al meer dan twintig jaar van droomt. Om zo ver te komen, moesten er meerdere fasen worden doorlopen. Met de voltooiing van de hervorming van de gerechtelijke architectuur van het Hof van Justitie van de Europese Unie beschikte het Gerecht over de middelen en de structuur die nodig zijn om verzoeken om een prejudiciële beslissing met de vereiste snelheid te behandelen. Maar daar kon het niet bij blijven.

Om deze marathon te lopen moest het Gerecht zich ook voorzien van een geschikt regelgevend en praktisch kader. Teneinde rekening te houden met de betrokkenheid van de nationale rechters en de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden bij prejudiciële procedures, heeft het Gerecht om te beginnen niet alleen zijn Reglement voor de procesvoering en de praktische uitvoeringsbepalingen aangepast, maar ook zijn besluit over het gebruik van de applicatie e-Curia en alle ‚soft law’-teksten, namelijk aide-mémoires en informatiedocumenten (weglating van gegevens in gerechtelijke procedures, modelverzoekschriften). Vervolgens moest het Gerecht de besluiten vaststellen over de samenstelling en de werking van zijn kamers en verschillende formaties, waaronder de nieuwe Middelgrote kamer, en de advocaten-generaal verkiezen die zouden worden belast met de behandeling van verzoeken om een prejudiciële beslissing. Ten slotte moest het Gerecht bij de invoering van nieuwe workflows overleg plegen met zijn andere ‚marathonpartners’, met name het directoraat-generaal Meertaligheid, de directie Informatietechnologie en de directie Onderzoek en Documentatie. Een cruciale stap was de inrichting van een ‚eenloketsysteem’ waarbij de analyse van prejudiciële verzoeken die mogelijk naar het Gerecht zullen worden doorgezonden, wordt gecentraliseerd. De vruchtbare dialoog met de griffie van het Hof van Justitie, een ware institutionele partner, was een waardevolle constante tijdens de volledige ‚training’.

Voorbereiding, inspelen op behoeften, opbouw van intensiteit en uithoudingsvermogen: dit alles moest binnen een ambitieus tijdsschema worden gepast. In oktober 2024 stond het personeel van het Gerecht en zijn griffie aan de startlijn om deze langverwachte marathon te lopen! Eind 2024 waren er 23 zaken met het ‚eenloketsysteem’ geanalyseerd, waarvan er uiteindelijk 19 aan het Gerecht zijn doorgezonden. De race gaat voort en... we zijn in topvorm!”

Twintigste verjaardag van de uitbreiding van 2004

Op 1 mei 2004 zijn tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie toegetreden: Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije. Dit was de grootste uitbreiding die de Unie ooit heeft gekend, zowel wat het aantal inwoners als het aantal landen betreft.

Impact van de uitbreiding van 2004 op de werking van de rechterlijke instanties

Van de achtereenvolgende uitbreidingen was die van 2004 qua omvang de grootste. In één klap moesten er zowel bij het Hof van Justitie als bij het Gerecht tien nieuwe rechters worden benoemd.

De impact op de regeling van het taalgebruik van het Hof van Justitie van de Europese Unie was enorm. Het aantal officiële talen steeg van 12 naar 21, wat gepaard ging met een exponentiële verhoging van het aantal talencombinaties, namelijk van 110 naar 420.

De oprichting van de nieuwe kabinetten en taalafdelingen – en de daarmee samenhangende komst van meerdere honderden nieuwe collega’s binnen een jaar – vergde een belangrijke structurele inspanning zowel op het gebied van gebouwen als op dat van personeelswerving.

De staten die in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd: in twintig jaar tijd hebben de rechterlijke instanties van de tien nieuwe lidstaten bijna 1 300 prejudiciële procedures ingeleid.

„Een nieuw constitutioneel moment voor Europa”

Om deze historische gebeurtenis te vieren, heeft het Hof van Justitie op 3 mei 2024 de conferentie „20 jaar sinds de toetreding van 10 landen tot de Europese Unie: een nieuw constitutioneel moment voor Europa” gehouden, waarop rechters en vertegenwoordigers uit alle lidstaten van de Europese Unie zijn samengekomen om na te denken over de bijdrage van het Hof aan de vooruitgang van het Europese project en de bijdrage van de tien toegetreden lidstaten aan de gemeenschappelijke rechtsorde.

Tijdens de conferentie van 3 mei, waarvan het verslag is gepubliceerd op de website van het Hof, zijn verschillende thema’s behandeld, waaronder:

  • het toetredingsproces van de nieuwe lidstaten na de val van de Berlijnse muur, dat fundamentele veranderingen vereiste in de wetgeving, de mentaliteit en de cultuur van de betrokken volkeren;
  • de gemeenschappelijke Europese waarden en de bijdrage van de uitbreiding van 2004 aan de ontwikkeling van de Unie als een „Unie van waarden”, en
  • de convergentie tussen de economieën van de nieuwe lidstaten en de rest van de Unie.

De presentaties van de sprekers en de discussies met de deelnemers hebben er ons met name aan herinnerd dat de Europese Unie uniek is omdat zij berust op gedeelde waarden – waarvan democratie en de rechtsstaat bovenaan staan – die zij en haar lidstaten moeten blijven verdedigen.

Beschouwingen van Ineta Ziemele, rechter in het Hof van Justitie, voorzitter van de werkgroep voor de organisatie van de conferentie

„Het belangrijkste doel van de conferentie ter gelegenheid van de 20e verjaardag van wat de grootste uitbreiding van de Europese Unie kan worden genoemd, bestond erin de balans op te maken van de gevolgen en veranderingen die deze uitbreiding voor de Unie heeft teweeggebracht. Die verjaardag vormde het ideale moment om stil te staan bij de wijze waarop de Unie zich in de 20 jaar na die historische gebeurtenis heeft ontwikkeld en aangepast, en om daar ervaringen en inzichten over uit te wisselen.

Bij de voorbereiding van de conferentie stelden de rechterlijke instanties van de Unie voor om de uitbreiding van 2004 te zien als een constitutioneel moment – een paradigmaverschuiving – waarop Oost- en West-Europa werden verenigd in een gemeenschappelijk constitutioneel project. De Europese Unie droeg haar waarden en principes uit naar delen van Europa met een bijzonder complexe geschiedenis. De tien nieuwe lidstaten traden tot de Unie toe met een grote vastberadenheid en de uitgesproken hoop vrijheid, rechtvaardigheid en welvaart te vinden. Hun toetreding was een ingewikkeld en allesbehalve vanzelfsprekend proces. De aspirant-lidstaten hebben zich tot het uiterste ingespannen om te voldoen aan de toetredingscriteria (bekend als de criteria van Kopenhagen), die in 1993 voor het eerst door de Europese Raad van Kopenhagen werden vastgesteld.

Voor de Unie leidde die dag, 20 jaar geleden, tot fundamentele veranderingen op al haar bevoegdheidsterreinen. Waarin die veranderingen precies zouden bestaan, was niet altijd gemakkelijk te voorzien, maar duidelijk was in elk geval dat de toetreding voor meer groeipotentieel binnen de interne markt zorgde en een fascinerende culturele, historische en taalkundige diversiteit met zich meebracht die toekomstige politieke en juridische ontwikkelingen binnen de Unie mogelijk zou maken en er haar stempel op zou drukken. De uitgebreide Europese Unie werd een nog belangrijkere speler op het wereldtoneel.

Een ander uniek kenmerk van de conferentie houdt verband met het feit dat de rechterlijke instanties van de Unie sprekers uit elke betrokken staat hadden uitgenodigd die destijds zelf rechtstreeks betrokken waren bij het toetredingsproces of vooraanstaande persoonlijkheden waren met een belangrijke rol bij de toetreding van hun staat of in de Unie zelf. De conferentie zorgde voor interdisciplinariteit in de reflecties dienaangaande van de beide rechterlijke instanties van de Unie.

Professor Norman Davies sloot de conferentie af met een indrukwekkend overzicht van de bijzonder complexe en vaak wrede geschiedenis van deze staten. Dat was een noodzakelijke reminder aan het feit dat de waarden van de Europese Unie niet vanzelfsprekend zijn en dat de duurzaamheid en ontwikkeling ervan ernstige inspanningen vergen van iedereen in de Unie. Terwijl we daarover nadachten, zong het koor van de rechterlijke instanties van de Unie liederen in tien talen, met als afsluiter Beethovens „Ode aan de vreugde”, dat nog steeds het ideaal van de Europese Unie uitdrukt: de verbroedering van alle mensen.”

Een sterker ethisch kader voor het personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Wegens de aard van zijn taak heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zichzelf altijd de hoogste vereisten van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit opgelegd. Naleving van deze vereisten, die waarden betreffen waarop de identiteit van de instelling berust, is essentieel om het vertrouwen in de Europese justitie en de legitimiteit ervan te waarborgen. Daarom moet het Hof ervoor zorgen dat het beschikt over een intern juridisch kader dat aan de hoogste ethische normen voldoet en daarmee beantwoordt aan de verwachting die leeft ten aanzien van een gerechtelijke instelling, te weten dat zij een voorbeeldfunctie vervult.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bijgevolg altijd strenge ethische normen in acht genomen. De leden van de instelling (rechters, advocaten-generaal en griffiers) en het voltallige personeel zijn eraan onderworpen, ook nadat zij het Hof hebben verlaten.

In een context waarin van het Europese ambtenarenapparaat steeds meer wordt verwacht dat het een voorbeeldfunctie vervult, heeft het Hof ervoor gekozen om zijn intern ethisch kader verder te moderniseren. Dit proces, dat in 2021 startte met de wijziging van de gedragscode van de leden en de voormalige leden, wordt vandaag voortgezet met de goedkeuring van een gedragscode voor het personeel.

De regels die al waren opgenomen in het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden (RAP) en in een aantal interne bepalingen, werden in één enkele gedragscode voor het personeel, die na goedkeuring door het Administratief Comité in werking is getreden op 1 maart 2024, uitgewerkt, aangevuld en aangepast aan de gerechtelijke vereisten.

Deze gedragscode, die is gebaseerd op de gedragsregels uit verschillende bestaande bronnen, vormt een gestandaardiseerd instrument dat alle personeelsleden op wie deze regels van toepassing zijn op eenvoudige en eenduidige wijze toegang ertoe verleent. Met het oog op transparantie en rechtszekerheid worden deze regels zo uitgelegd dat rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de rechtsprekende opdracht van het Hof, en wordt verduidelijkt hoe ze zullen worden uitgevoerd. De code volgt een ethische benadering, die is gebaseerd op de waarden waarnaar het handelen van de instelling zich richt en die tot uitdrukking worden gebracht in normen voor voorbeeldig gedrag. De code bevat ook bijzondere regels voor leidinggevenden, rekening houdend met de specifieke verantwoordelijkheden die zij dragen, en voor referendarissen, vanwege de positie die zij innemen ten opzichte van de leden van het Hof van Justitie en het Gerecht en hun directe betrokkenheid bij de rechtsprekende activiteit. Deze regels maken duidelijk dat de voorbeeldfunctie evenredig is aan de uitgeoefende verantwoordelijkheden en bevatten specifieke verplichtingen met betrekking tot het voorkomen van belangenconflicten en het verrichten van nevenactiviteiten, die ook na beëindiging van het ambt blijven gelden.

C | Relatie met het publiek

16 319
bezoekers, waaronder
3 985
juristen
Virtuele bezoekers
7 %
2 493
bezoekers tijdens de Open dag

Bezoek op afstand – pedagogisch project

Dit pedagogische programma op afstand beoogt middelbare scholieren tussen 15 en 18 jaar – die gewoon in hun klaslokaal kunnen blijven en dus niet naar Luxemburg hoeven af te reizen – inzicht te verschaffen in de taak van de gerechtelijke instelling van de Unie. Het project heeft tot doel middelbare scholieren en hun leerkrachten bewust te maken van de democratische waarden, hun een inkijk te bieden in actuele juridische kwesties en hun uit te leggen welke impact de rechtspraak van het Hof heeft op het dagelijkse leven van de Europese burgers. In 2024 zijn ongeveer 1 300 middelbare scholieren in de gelegenheid geweest om het Hof via dit programma te bezoeken.

De persvoorlichters van de directie Communicatie, die een juridische opleiding hebben genoten, hebben tot taak arresten, beschikkingen, conclusies en lopende zaken begrijpelijker te maken voor journalisten en correspondenten in alle lidstaten. Zij stellen perscommuniqués op om journalisten en professionals in real time te informeren over de beslissingen van het Hof van Justitie en het Gerecht. Zij versturen regelmatig informatiebrieven – waarin belangrijke procedurele en institutionele gebeurtenissen worden aangekondigd – en „Quick facts” – over zaken waarover geen perscommuniqué is uitgebracht – naar personen die daar bij de persdienst van het Hof om hebben verzocht. Daarnaast behandelen zij e-mails en telefonische oproepen van burgers.

2 509
perscommuniqués
610
informatiebrieven
516
„Quick facts”
13 091
antwoorden op verzoeken van burgers om informatie (telefoongesprekken en e-mails)

Het Hof is actief aanwezig op de sociale netwerken via twee X-accounts (één in het Frans en één in het Engels), een LinkedIn- en een Mastodon-account. Het aantal volgers blijft groeien, waaruit blijkt dat het publiek belangstelling heeft voor het werk van het Hof en zich hierbij betrokken voelt. Het Hof heeft ook een YouTube-kanaal dat in de 24 officiële talen toegang biedt tot een breed scala aan audiovisuele content, waaronder animaties die gericht zijn op het grote publiek en waarin wordt uitgelegd hoe de rechtspraak van het Hof het dagelijkse leven van de burgers beïnvloedt.

163 000
volgers op X
+2 % ten opzichte van 2023
297 346
volgers op LinkedIn
+26 % ten opzichte van 2023
4 500
volgers op Mastodon
90 000
volgers en
600 000
views op YouTube
+137 % ten opzichte van 2023

In 2024 heeft het Hof een nieuwe video gepubliceerd: Verdeling van de bevoegdheden tussen het Hof van Justitie en het Gerecht

Dit is een YouTubevideo. Aangezien YouTube persoonsgegevens kan verzamelen en uw kijkgedrag kan volgen, wordt de video enkel afgespeeld indien u instemt met het gebruik van cookies en andere soortgelijke technologie zoals beschreven in het privacybeleid van de website.

Uitzending van de terechtzittingen

Om de toegang tot zijn rechtsprekende activiteit te vergemakkelijken, zendt het Hof zijn terechtzittingen uit. De uitspraak van de arresten en de lezing van de conclusies van de advocaten-generaal worden rechtstreeks op de website uitgezonden, volgens het in de gerechtelijke kalender vermelde tijdschema. De pleitzittingen van de Grote kamer van het Hof van Justitie worden uitgesteld uitgezonden.

De opname van een terechtzitting blijft gedurende een maand beschikbaar.

Voordat de pleitzittingen worden uitgezonden, wordt er een briefing over de zaak in de talen van de terechtzitting uitgezonden en op de website van het Hof en op de sociale netwerken geplaatst. In 2024 zijn er in totaal 29 briefings uitgezonden.

go to top