A | Inleiding van de griffier

In 2021 hebben de diensten van de instelling de vruchten kunnen plukken van de nieuwe methoden die zij zich in 2020 eigen hebben gemaakt om de continuïteit en de kwaliteit van de door de Europese justitie verleende openbare dienst te waarborgen, dit alles in een context van een aanhoudende pandemie waarin veel werd gevraagd van het aanpassingsvermogen van individuele medewerkers en van de organisatie.

Alfredo Calot Escobar

Griffier van het Hof van Justitie


De griffier van het Hof van Justitie, de secretaris-generaal van de instelling, stuurt de administratieve diensten aan onder het gezag van de president.


In 2021 hebben de diensten van de instelling de vruchten kunnen plukken van de nieuwe methoden die zij zich in 2020 eigen hebben gemaakt om de continuïteit en de kwaliteit van de door de Europese justitie verleende openbare dienst te waarborgen, dit alles in een context van een aanhoudende pandemie waarin veel werd gevraagd van het aanpassingsvermogen van individuele medewerkers en van de organisatie. Als belangrijkste verworvenheden van 2021 noem ik de digitalisering en vereenvoudiging van de besluitvorming, de toegenomen autonomie van medewerkers en het vinden van een nieuwe balans tussen werk en privéleven. In dat licht zijn de indrukwekkende resultaten van het Hof van Justitie en het Gerecht, evenals de Award for Good Administration in de categorie Excellence in Innovation and Transformation die het Hof van de Europese Ombudsman heeft ontvangen voor zijn project „Terechtzittingen op afstand”, voor alle diensten een teken van erkenning en een stimulans om op de ingeslagen weg voort te gaan.

2021 was ook het jaar waarin we meerdere toekomstgerichte projecten hebben gelanceerd om vaart te zetten achter de verdere transformatie van de werkwijze van onze diensten.

Het gaat hier in de eerste plaats om de intensivering van de ondersteuning van beide rechterlijke instanties, waarvan met name het Hof van Justitie een historisch hoge werklast heeft bereikt. In dat verband worden er IT-systemen ontwikkeld voor het zoeken en verwerken van juridische informatie en loopt er een project voor de verbetering van de rechtstreekse ondersteuning van de gerechtelijke werkzaamheden van de kabinetten van de leden van de rechterlijke instanties. Ook wordt nagedacht over de implementatie van – met name technische – hulpmiddelen die het mogelijk maken om sneller kennis te nemen van de inhoud van processtukken.

De instelling kan putten uit de eindeloze mogelijkheden van nieuwe tools, zoals die voor de digitalisering van administratieve en gerechtelijke besluitvormingsprocessen en documentstromen. Denk aan het onlangs voltooide HAN-project voor de digitalisering van documentbeheer of het SIGA-project voor een geïntegreerd casemanagementsysteem, waarbij nauw wordt samengewerkt met alle diensten, griffies en kabinetten van de leden van de rechterlijke instanties. Deze twee projecten bieden waardevolle inzichten voor het vereenvoudigen van processen, het bewaken van procedures, het verrichten van onderzoek en het ondersteunen van de behandeling van zaken. De IT-afdelingen volgen de technologische ontwikkelingen op de voet en organiseren proefprojecten met de allernieuwste digitale tools, of het nu gaat om werkplekbeheer of kunstmatige intelligentie.

In de tweede plaats zal het Hof het belang van meertaligheid blijven uitdragen, door in te zetten op een omvangrijk talenaanbod en juridische vertaal- en tolkdiensten van hoge kwaliteit. Het is belangrijk dat deze deskundigheid, die uniek is in de wereld, wordt onderhouden en verder wordt ontwikkeld. De technologische ontwikkelingen kunnen ons daarbij helpen, niet in de laatste plaats om de toenemende werklast te beheersen. Meertaligheid stelt het Hof in staat om iedere justitiabele en iedere burger in zijn eigen taal aan te spreken. Het gaat dus om de toegankelijkheid en de legitimiteit van de Europese rechtspraak, maar ook om het behoud van de culturele en taalkundige diversiteit van alle lidstaten. Om het publiek hiervan bewust te maken, is het Hof enkele jaren geleden een „Meertaligheidsinitiatief” gestart waarbij het via verschillende activiteiten en evenementen laat zien hoe belangrijk meertaligheid is en hoe het Hof dit bevordert. De „Tuin der Meertaligheid” die op dit moment wordt aangelegd, zal daarvan een permanent symbool worden.

In de derde plaats moet het Hof nog dichter bij de burgers worden gebracht door de toegankelijkheid van de instelling te verbeteren en haar zichtbaarheid te vergroten. Meer dan ooit wordt van het Hof gevraagd om beslissingen te nemen over zaken die voor lidstaten en burgers verstrekkende politieke en maatschappelijke gevolgen hebben. Denk aan economisch en monetair beleid, de rechtsstaat, asiel, terrorismebestrijding en de grondrechten. De grote impact van deze veelal complexe beslissingen vereist communicatie en uitleg, zodat burgers de beslissingen kunnen begrijpen en zich kunnen realiseren dat de rol van de rechterlijke instanties van de Unie van fundamenteel belang is. In dat verband verdienen twee recente innovatieve projecten bijzondere aandacht.

Allereerst zullen bepaalde zittingen van de Grote kamer, binnenkort bij wijze van experiment via webstreaming worden uitgezonden. Via hedendaagse technologische middelen zal aldus een nieuwe invulling worden gegeven aan het beginsel van openbaarheid van terechtzittingen. Rechtenstudenten, journalisten, nationale rechters en geïnteresseerde burgers hoeven voortaan niet meer af te reizen naar Luxemburg om de simultaan vertaalde terechtzittingen van het Hof van Justitie bij te wonen. Dankzij webstreaming zal men overal ter wereld de dagelijkse gerechtelijke werkzaamheden van het Hof met eigen ogen kunnen volgen.

Daarnaast zal het aanbod voor bezoekers van het Hof worden uitgebreid met de mogelijkheid om de instelling virtueel te bezoeken. Dit project, waarvan de proeffase in 2021 is uitgevoerd met middelbare schoolklassen uit verschillende Europese landen, biedt Europese burgers die niet naar Luxemburg kunnen reizen de gelegenheid om het Hof te bezoeken in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van een livebezoek. Dankzij deze innovatie zullen geografische beperkingen geen rol meer spelen en zal het Hof niet langer worden gezien als een ontoegankelijke instelling. Deze nieuwe technologieën hebben ertoe geleid dat het Hof zich eindelijk virtueel kan openstellen voor alle burgers van de lidstaten.

In de vierde en laatste plaats zullen deze toekomstige projecten worden gekoppeld aan een ambitieus personeelsmanagement, dat de kern zal uitmaken van het HR-beleid van het Hof. Overal in Europa proberen particuliere organisaties en overheidsinstanties hun weg te vinden in de nieuwe werkelijkheid van het thuiswerken, met werknemers die meer autonomie verlangen en jongere generaties die zich aandienen. Dit geldt ook voor het Hof, dat net als voorheen toegewijde en talentvolle medewerkers nodig heeft om de belangrijke projecten die het zich ten doel heeft gesteld tot een goed einde te brengen. Dit vereist een integraal personeelsbeleid dat niet alleen inzet op wervingsmethoden en pensioenvoorbereiding, maar ook op de ontwikkeling van vaardigheden via cursussen voor beginnende en ervaren medewerkers, „job shadowing”, mentoring, loopbaanbeheer en intra- en interinstitutionele mobiliteitsmogelijkheden. Het Hof zal stimulerende en dynamische werkomstandigheden moeten creëren om ook in de toekomst een personeelsbestand van hoog niveau te waarborgen. Dit betekent dat het beleid ten aanzien van de diensten voortdurend gestoeld zal moeten zijn op een fundamentele aanpak waarbij diversiteit en inclusiviteit de boventoon voeren.

Graag tot volgend jaar, wanneer wij de balans zullen opmaken van 2022, het jaar waarin de oudste instelling van de Unie haar 70e verjaardag viert!

Alfredo Calot Escobar

Griffier van het Hof van Justitie

EUnited in Riga: een bijzondere dialoog tussen rechters over een verenigd Europa

Verslag van Inguss Kalniņš, voormalig adviseur van de president van het constitutioneel hof van Letland

Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie ontmoetten de rechters van de constitutionele hoven van de lidstaten de leden van het Hof van Justitie an de Europese Unie om te spreken over de gemeenschappelijke rechtstradities van de Unie en de verzoening ervan met de constitutionele tradities en de nationale identiteit van de lidstaten. De conferentie, die op 2 en 3 september 2021 plaatsvond in de Letse hoofdstad Riga, droeg als titel „EUnited in diversity: between common constitutional traditions and national identities” en was een gezamenlijk initiatief van het Latvijas Republikas Satversmes tiesa (constitutioneel hof van Letland) en het Hof. Het idee voor een gemeenschappelijke conferentie voor de grondwettelijke hoven en het Hof was in 2019 geopperd door Ineta Ziemele, toenmalig president van het constitutioneel hof van Letland, en werd volledig onderschreven door de president van het Hof van Justitie, Koen Lenaerts. Met name vanwege de beperkingen als gevolg van de coronapandemie heeft het nog twee jaar geduurd voordat deze conferentie doorgang kon vinden.

Dankzij de bijzondere opzet van de conferentie en het feit dat wij elkaar eindelijk in persoon konden ontmoeten, kunnen we terugkijken op een aangename en inspirerende gebeurtenis die zowel organisatorisch als inhoudelijk zeer geslaagd was. Alle aanwezige rechterlijke instanties hebben actief deelgenomen aan de discussies, die in een open sfeer werden gevoerd. De voortreffelijke bijdragen en conclusies zijn na afloop van de conferentie in een speciale bundel artikelen gepubliceerd.

Alleen al het feit dat men het eens is geworden over de noodzaak van deze dialoog en over de voortzetting ervan in de toekomst is een prestatie op zich.

Het evenement is uitvoerig besproken in binnenlandse en buitenlandse media en op social media (#RigaJusticeConference). Daarnaast heeft een eerste uitzending plaatsgevonden in het kader van de on-demand-audiodienst Tversme van het constitutioneel hof van Letland, waarin Koen Lenaerts, president van het Hof van Justitie, als eregast mocht spreken over het belang van deze dialoog.

Forum van magistraten: unieke gelegenheid voor samenkomst en uitwisseling

Verslag van María José Hernández Vitoria, president van de sociale kamer van het gerechtshof van Aragon

Het verheugt mij dat ik verslag mag doen van mijn ervaringen tijdens het Forum van Europese magistraten, dat van 20 tot en met 22 november 2021 plaatsvond in Luxemburg. Tijdens het Forum zijn verschillende thematische workshops gehouden. Ik geef hieronder een samenvatting van de sessies waaraan ik zelf heb deelgenomen.

De aanwezige magistraten hebben kwesties aan de orde gesteld die bijzonder nuttig zijn voor de rechtspleging. Van de discussies die zich naar aanleiding van die kwesties hebben ontsponnen, noem ik in het bijzonder die over het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en de toegang tot een onpartijdig gerecht. In het kader van die discussie werd ingegaan op de rol en de draagwijdte van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vanuit het oogpunt van het recht op effectieve rechterlijke bescherming en een onpartijdige rechter. Tijdens het Forum is uiteengezet hoe de rechtspraak van het Hof van Justitie zich heeft ontwikkeld met betrekking tot dit recht en welke rechtsgrondslag het sinds 2018 voor zijn rechtspraak gebruikt (zie C‑64/16, Associação Sindical dos Juízes Portugueses). Artikel 47 van het Handvest is in de arresten van het Hof uitgelegd in samenhang met meerdere bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), zoals de bepaling op grond waarvan „[d]e lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren” (artikel 19, lid 1, VEU), de bepaling betreffende de waarden van de Unie, waaronder de rechtsstaat (artikel 2 VEU), het beginsel van loyale samenwerking tussen de lidstaten (artikel 4, lid 3, VEU) en de bepalingen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (artikelen 6 en 13 EVRM). Het Forum was voor ons als Europese magistraten die meewerken aan de eenwording van het Unierecht een leerzame bijeenkomst die ons inzicht bood in de wijze waarop de bepalingen van artikel 47 van het Handvest op nationaal niveau kunnen worden toegepast.

Voorts is tijdens het Forum van 2021 uitvoerig ingegaan op het begrip „rechterlijke onafhankelijkheid”, dat niet enkel de rechterlijke organisatie van de lidstaten raakt, maar tevens de individuele leden van de rechterlijke macht van die lidstaten. In dat verband is in herinnering gebracht dat het niet volstaat dat een rechterlijke instantie bij wet is ingesteld, maar dat tevens moet worden gewaarborgd dat die instantie geen organische of functionele banden heeft met de machten die zij moet controleren. Als voorbeeld hebben wij het Europees aanhoudingsbevel besproken. Het Hof heeft vastgesteld dat de beginselen van wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten in uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden beperkt, wat veronderstelt dat allereerst moet worden nagegaan of het gerechtelijke apparaat van een land dat een ander land om de overlevering van een persoon verzoekt, voldoet aan het beginsel van rechterlijke onafhankelijkheid. Deze zeer praktische en dus nuttige discussie zal de nationale rechters helpen het hoofd te bieden aan de twijfels die steeds vaker rijzen bij beslissingen.

Daarnaast hebben mijn collega’s en ik gesproken over de voorwaarden voor de uitoefening van ons ambt, zoals onze plicht tot onpartijdigheid en ons recht om te worden beschermd tegen druk van buitenaf. Wij hebben opmerkingen gemaakt over het feit dat sommige lidstaten wetgevingsmaatregelen zoals tuchtprocedures en regels inzake de aansprakelijkheid van rechters hebben vastgesteld die gevolgen hebben voor het ambt van rechter en indruisen tegen de beginselen van het Unierecht.

Tot slot hebben wij tijdens het Forum van 2021 een terechtzitting van de Grote kamer bijgewoond die handelde over de vraag of de regels van een lidstaat betreffende tuchtprocedures tegen magistraten in overeenstemming zijn met het EU-recht. Dit concrete geval bood de deelnemers aan het Forum inzicht in de werkwijze van de rechtspleging van de Unie. Vooral de vragen die de leden van de Grote kamer aan de vertegenwoordigers van de partijen stelden, waren leerzaam, omdat zij duidelijk maakten welke juridische redenering moet worden gevolgd om een dermate complex probleem op te lossen.

Ik heb mijn deelname aan het Forum van 2021 als zeer verrijkend ervaren. Dankzij de kennis die ik heb opgedaan, begrijp ik enkele veelgebruikte juridische begrippen nu beter. Deze inzichten zijn voor mij onmisbaar, aangezien ik in mijn dagelijkse werk steeds vaker te maken heb met de uitspraken van het Hof. Ik kijk met een tevreden gevoel terug op het Forum en ben dankbaar dat ik lid mag zijn van een Europese Unie die ons rechtsregels verschaft waarmee verschillende volkeren en landen vreedzaam naast elkaar kunnen leven. Het was een genoegen om kennis te maken met de rechterlijke instelling van de Unie, die met haar uitlegging en toepassing van het recht de idee van het Unieburgerschap helpt vorm te geven.

Dankzij de voortreffelijke organisatie en de inzet van de leden van het Hof was het Forum van 2021 een bijzonder moment van ontmoeting en uitwisseling voor de leden van de rechterlijke macht. Daarbij heb ik het persoonlijk contact en de gemoedelijke sfeer van deze editie als extra waardevol ervaren.

Public relations

2021 was het jaar waarin de dialoog tussen de juridische beroepsgroep en het grote publiek werd voortgezet. Naast traditionele communicatiemiddelen zijn daarbij steeds vaker virtuele kanalen zoals videoconferenties en social media gebruikt.

page-s3.sub-3.region-2.graph-1.paragraph-1

page-s3.sub-3.region-2.graph-1.paragraph-2

page-s3.sub-3.region-2.graph-1.paragraph-3

De beperkingen die het gevolg waren van de gezondheidscrisis, en met name de reisbeperkingen waarmee de Unieburgers in 2020 en 2021 te maken hadden, hebben het Hof ertoe aangezet om zijn pr-activiteiten uit te breiden. De crisis is dus doorslaggevend geweest voor de invoering van nieuwe vormen van communicatie en voor de versnelde uitvoering van projecten die vóór de pandemie in gang waren gezet. Het Hof streeft naar meer openheid ten aanzien van de burgers en wil hen via zijn rechtspraak beter informeren over hun rechten. Om dit te bereiken zet de instelling in op meer voorlichting, zowel via de traditionele communicatiekanalen als via nieuwe publieksdiensten.

Teneinde de continuïteit van de Europese rechtspleging te waarborgen, is het Hof in 2020 begonnen met hoorzittingen op afstand. Deze innovatie is blijvend en is door de Europese Ombudsman beloond met de Award for Good Administration in de categorie Excellence in Innovation and Transformation. In 2021 hebben 131 terechtzittingen van het Gerecht en van het Hof van Justitie via een videoverbinding plaatsgevonden. Dankzij dit initiatief zal het binnenkort ook mogelijk zijn om pleitzittingen uitgesteld te bekijken.

Daarnaast zijn er in 2021 aanzienlijk meer perscommuniqués gepubliceerd: 231 in totaal (3 206 als we alle taalversies in aanmerking nemen die beschikbaar zijn op de website en die worden toegestuurd aan correspondenten). Deze perscommuniqués zijn bedoeld om journalisten en juristen meteen na een uitspraak van het Hof van Justitie en het Gerecht op de hoogte te brengen, zodat zij op hun beurt het grote publiek kunnen informeren.

page-s3.sub-3.region-2.graph-2.paragraph-1

page-s3.sub-3.region-2.graph-2.paragraph-2

page-s3.sub-3.region-2.graph-2.paragraph-3

page-s3.sub-3.region-2.graph-2.paragraph-4

De persvoorlichters van de directie Communicatie stellen alles in het werk om arresten, beschikkingen, conclusies en lopende zaken toe te lichten. Daartoe benaderen zij zoveel mogelijk journalisten in de lidstaten om hen uit de eerste hand te informeren en te wijzen op belangrijke zaken en op de oplossingen die het Hof van Justitie en het Gerecht hebben gegeven aan de betrokken juridische vraagstukken. Al met al hebben de persvoorlichters 601 informatiebrieven verspreid – met name onder journalisten maar ook onder juristen – en 630 „Quick facts” gepubliceerd over zaken waaraan geen persbericht was gewijd. Voorts zijn in 2021 12 538 e-mails en 7 182 telefonische verzoeken van particulieren over zaken of over de werkwijze van de instelling ontvangen en afgehandeld (in de taal van de betrokken verzoeker). Tot slot heeft het Hof, overeenkomstig de toepasselijke regelgeving, 110 verzoeken om administratieve documenten en historische gegevens ingewilligd.

Op Twitter, waar de instelling sinds 2013 het grote publiek informeert via een Franstalig en een Engelstalig account, heeft het Hof inmiddels 127 700 volgers. De 962 tweets die in 2021 zijn verzonden, hadden voornamelijk betrekking op de belangrijkste arresten van het Hof van Justitie en het Gerecht en op de voornaamste gebeurtenissen bij de instelling. Via het zakelijke platform LinkedIn heeft de instelling 365 berichten verspreid onder haar 365 berichten verspreid onder haar 132 000 volgers.

Voor juristen worden „Themafiches” en „Maandelijkse bulletins van de rechtspraak” gepubliceerd met samenvattingen van beslissingen van het Hof van Justitie en het Gerecht die vanwege de behandelde juridische vraagstukken bijzondere aandacht verdienen. Deze instrumenten worden aangeboden door de directie Onderzoek en Documentatie en geven de juridische beroepsgroep een beknopt overzicht van de recente rechtspraak, zowel in het algemeen als op een bepaald gebied van het Unierecht.

Om een zo groot mogelijk publiek te bereiken, heeft het Hof de meest geavanceerde technologische hulpmiddelen getest en gebruikt en talrijke initiatieven op touw gezet, zoals de publicatie van het Jaarverslag l Jaaroverzicht in html-formaat, de implementatie van nieuwe zoektools van de directie Bibliotheek en de optie voor middelbare schoolklassen om het Hof online te bezoeken.

page-s3.sub-3.region-2.graph-3.paragraph-1

Het organiseren van bezoeken is voor het Hof een belangrijke activiteit om openheid en kennisoverdracht te bevorderen, niet alleen voor de juridische beroepsgroep en rechtenstudenten, maar ook voor de Europese burgers. De coronamaatregelen in 2021 waren weliswaar minder streng, maar hebben niettemin geleid tot een beperking van het aantal bezoekers. Toch heeft het Hof zijn deuren zoveel mogelijk geopend en 1 843 bezoekers in zijn gebouwen ontvangen. Daarnaast heeft het zijn online bezoekaanbod verder uitgebreid, zodat bezoekers de instelling via internet konden bezoeken volgens hetzelfde vaste stramien als een livebezoek. Aan de 87 programma’s voor virtuele bezoeken die het Hof heeft opgezet, hebben 3 210 personen deelgenomen.