Direct naar de inhoud

VERPLICHTINGEN VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN

Couleur Chapitre Cadet Blue
Image Chapitre
Titre d'image Chapitre (infobulle)
Texte alternatif d'image Chapitre
Contenu

Volgens de verordening van 2004 moeten luchtvaartmaat- schappijen aan passagiers van wie de vlucht is geannuleerd of vertraagd, of aan wie ten onrechte de instap is geweigerd, compensatie betalen. De verordening voorziet in een forfai- taire compensatie van 250 tot 600 EUR, afhankelijk van de afstand van de geplande vlucht. De luchtvaartmaatschappijen moeten bovendien bijstand verlenen (het ticket terugbetalen of alternatief vervoer aanbieden naar, met name, de eindbe- stemming) en kosten van verzorging voor hun rekening nemen (voor maaltijden, overnachting en telecommunicatie). Het Hof heeft deze verplichtingen in diverse arresten nader verduide- lijkt.

In 2011 oordeelde het Hof dat wanneer de in de verordening van 2004 vastgestelde forfaitaire compensatie niet alle materiële en immateriële schade dekt die de passagiers hebben geleden, zij van de luchtvaartmaatschappij verdere compensatie kunnen eisen, binnen de door het internationale en nationale recht gestelde grenzen. Binnen die grenzen moeten vliegtuigpassagiers hun schade dus volledig vergoed kunnen krijgen (arrest van 13 oktober 2011, Sousa Rodríguez e.a., C-83/10).
Wanneer de luchtvaartmaatschappij haar verplichtingen van bijstand enverzorging niet nakomt, kunnen de passagiers terugbetaling krijgen van de bedragen die noodzakelijk, passend en redelijk zijn om het verzuim van de luchtvaartmaatschappij goed te maken. Het Hof stelde bovendien vast dat buitengewone omstandigheden de luchtvaartmaatschappij weliswaar kunnen bevrijden van haar compensatieverplichting, maar niet van haar verplichting om bijstand en verzorging te verstrekken (arrest van 31 januari 2013, McDonagh, C-12/11).

Document