De filosoof en pedagoog Jan Amos Komenský, bekend als "Comenius" (1592‑1670), was de eerste pleitbezorger van universeel onderwijs. In de overtuiging dat sociale vooruitgang het resultaat moest zijn van onderwijs in plaats van geboorte, streed hij voor gelijke kansen en onderwijs voor iedereen, ongeacht rijkdom, religie of geslacht. Comenius, die wordt beschouwd als de vader van het moderne onderwijs, zorgde ook voor een revolutie in de methoden voor het onderwijs van talen, met name van het Latijn, de taal van de wetenschap, om het leren ervan door een zo groot mogelijk aantal mensen te bevorderen. Zijn leerboeken, die in een vijftiental talen werden vertaald, waren meer dan een eeuw lang de meest gebruikte in Europa en droegen bij tot de verspreiding van meertaligheid als sleutel tot kennis.
Door eer te betonen aan de naam van Comenius, die door heel Europa reisde om een meer open en egalitair taalonderwijs te bevorderen, benadrukt het Hof van Justitie van de Europese Unie de waarden van meertaligheid en brengt het hulde aan hen die elke dag opnieuw bijdragen aan de taalkundige rijkdom van Europa.
De Comenius-toren is onderdeel van de vierde uitbreiding van het Paleis.
De gouden kleur van de toren komt van het metaalweefsel van geanodiseerd aluminium dat als zonwering wordt gebruikt. Het gebruik van ditzelfde metaalweefsel in de andere gebouwen maakt, dankzij het ritme van het vlechtwerk, de glans van de textuur en het reliëf van de plooien van het metaalweefsel, het complex tot één geheel.
Toen de tweelingtorens Comenius en Montesquieu werden ingewijd in december 2008, waren zij met hun 26 verdiepingen en hoogte van 103 meter de hoogste gebouwen van het land. Deze hoogte is nu overtroffen door de Rocca-toren.